Niemand wil beticht worden van racisme. Ook Miriam niet. Sterker nog? Zij ervoer zelf wat racisme betekende door haar dochter. En toch zegt Miriam: Ik ben wit en dus een racist.
Tel Aviv 1989. Ik, lang, blond en wit, loop met mijn pasgeboren dochter over straat. Twee weken daarvoor beviel ik van mijn eerste kindje. Uit mijn lijf werd een meisje geboren met donkere haartjes, een tintje èn twee perfecte wenkbrauwtjes. Ik duw trots de kinderwagen met mijn kindje daarin vooruit. Aan mijn hals hangt een camera. Ik wil elk eerste moment uit het leven van mijn dochter vastleggen. Na een paar meter pak ik mijn camera en stel hem in. Een voorbijganger stopt. Een vrouw. In Israël houden mensen van kleine kindjes. Israël is een jonge natie en elk kindje wordt verwelkomd. Gekoesterd. Ze werpt een blik in mijn kinderwagen en zegt in het Hebreeuws: Oh wat een mooi kindje! Is het een meisje of een jongetje? Ik antwoord trots in het Hebreeuws: Zè bietie. Dit is mijn dochter.
De vrouw slaakt een schreeuw van afschuw. Nee! Dat méén je niet! Jij bent niet haar au-pair? Ben jij haar moeder? Oh wat erg! Ze is zwart! Niet wit!
Etten-Leur 1993. Ik loop over straat met mijn vrolijke vier jaar oude dochter. Er loopt een vrouw ons tegemoet en ze lacht. Terecht. Mijn kindje met haar donkere krullenkopje wekt altijd vertedering op. De vrouw stopt. ‘Altijd leuk hè, die adoptiekindjes’ zegt ze. Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Waar komt ze vandaan? Brazilië?’ Ik antwoord: Nee. Uit mij.
Bergen op Zoom 2001. Hé meisje hoe was het op de hockeytraining? ‘Superleuk mama, maar er gebeurde zoiets raars vandaag.’ ‘Wat dan?’ ‘Nou na afloop gingen we naar het Kruidvat en toen waren we even de make-upjes en zo aan het checken. En toen werd ik op mijn schouder getikt door een medewerker en die zei: dat doen wij hier niet in Nederland hè!’
Bergen op Zoom 2002. Tienminutengesprekje op het gymnasium van mijn kind. Ik ben aan de beurt. Ik sta op. Loop naar de docent. ‘Sorry maar u bent nog niet aan de beurt. Ik wacht op de ouders van … (mijn dochter heeft een Arabische voor- en achternaam) Ik: Ik ben die moeder! Docent: Oh ik vond het al zo geweldig dat ze zo goed Nederlands sprak.
Dubai 2020. Mijn dochter woont sinds vijf jaar in Dubai. ‘Enig idee mam hoe fijn het is om nooit meer tekst en uitleg te geven over mijn afkomst?’
Toen ik dertig jaar geleden geboorte gaf aan mijn dochter was ik trots op haar. En dat ben ik nog steeds. Maar dat er nog steeds mensen zijn die denken dat wij hier in Nederland niet discrimineren? Dat er nog steeds mensen zijn die zeggen: Ja maar ik ben echt geen racist? Think fucking twice.
Dat ben je wel. Ik ook. Niets menselijks is mij vreemd. Afgelopen week bestelde ik pizza en de bezorger aan mijn deur was zwarter dan zwart en enorm welbespraakt. Het enige wat ik dacht was: Waar kom jij vandaan en hoezo ben jij zo welbespraakt? De racist in mij als wit mens sprak.
En ik schaamde me dood.
Lees ook: Ella wil niemand kwetsen, maar dat valt niet mee