‘Ik wil me nooit preventief laten onderzoeken op kanker’

-

Eefje (58) weigert mee te doen aan de bevolkingsonderzoeken naar kanker. Ze is alleen, en wil haar vrienden niet belasten met een lang ziekbed. Liever gaat ze eerder dood. Erover praten doet ze niet meer. ‘Dat stuit alleen maar op onbegrip en afkeuring.’

‘Ik doe niet mee aan kankeronderzoeken. Nooit. Ik laat mijn borsten niet pletten onder een glazen plaat en de uitstrijkjes laat ik aan mij voorbij gaan. Ook de uitnodiging die ik tegenwoordig krijg om me te laten checken op darmkanker gaat regelrecht de prullenbak in. Ik praatte daarover met mijn huisarts. Zij dacht dat mijn weigering te maken heeft met de kankergeschiedenis in mijn familie en mijn angst voor kanker. Mijn moeder, die nooit rookte, stierf aan longkanker, mijn zus aan borstkanker toen ze 55 was en mijn vader had darmkanker. Maar dat is maar een deel van het verhaal.

Natuurlijk ben ik bang voor kanker, dikke kans dat het ook mij treft en ik er dood aan ga. Maar mijn angst gaat verder dan dat. Het probleem is, legde ik mijn huisarts uit, dat ik alleen ben. Mijn enige bloedverwant is mijn broer met wie ik amper nog contact heb. Stel nou dat ik ziek word, echt ziek, niet zo’n griepje, maar kanker waarvoor je de chemo in moet en bestraald moet worden. Ik heb het bij mijn moeder gezien. Het staat nog op mijn netvlies gebrand hoe kotsmisselijk ze van de chemo op de bank lag en hoe ze veranderde in een bang fragiel mensje, kapot gebeukt door de bestralingen. Ze hadden haar anderhalf jaar gegeven en zo lang duurde het ook. Ik heb me altijd afgevraagd of die afgrijselijke palliatieve behandelingen haar leven er in die anderhalf jaar zoveel beter op maakten.

Het ziekteverloop van mijn zus was nog dramatischer. Het begon met borstkanker en eindigde via uitzaaiingen tot haar dood, zeven jaar later. In die zeven jaar heb ik mijn zus verschrikkelijk zien lijden. Ook zij, was net zoals ik, alleen. Ze had nog wel een stiefdochter die haar best deed, maar met werk en kleine kinderen ook niet altijd kon komen. Nogal gênant, maar ik had zo’n slechte relatie met mijn zus, dat ze het van mij ook niet moest hebben. En mijn broer had een heel drukke baan. Dus werden de vrienden opgetrommeld. Mijn zus stelde daar hele roosters voor op. Ze hielpen haar zoveel ze konden, vaak zonder morren, maar er was een tijd dat ze vanwege uitzaaiingen in het emotionele centrum van haar hersenen niet te hachelen was, zelfs niet voor de allertrouwsten. Gelukkig had ze geld. Ze had de luxe om extra zorg, hulp en comfort in te kopen als dat echt nodig was. Zo hoefden haar vrienden niet ook nog eens het huis schoon te maken omdat de twee uurtjes die de thuiszorg daar aan besteedde echt niet genoeg was. Vaak ook zat ze moederziel alleen thuis, misselijk van de chemo, ziek van de bestralingen en overal pijn. Ze vocht voor haar leven, ze verzette zich met man en macht tegen de naderende dood waar ze zo bang voor was. Ze wilde per se niet naar een hospice om te sterven en uiteindelijk stierf ze eenzaam en alleen.

Zo’n lijdensweg, zei ik tegen mijn dokter, wil ik nooit ondergaan. Zeker niet in mijn eentje. Kanker is geen griepje, kanker kan jaren duren en kanker kun je echt niet alleen, zeker niet als je ook nog eens voor het pretpakket van chemo en bestralingen kiest. Dan heb je niet alleen morele maar ook praktische hulp nodig. Zeker nu je zo snel na een ingreep het ziekenhuis uit wordt geflikkerd en ik geen geld heb om zorg en behandelingen buiten de basisverzekering in te kopen, komt die grote hulpvraag bij mijn vrienden terecht. En wie weet voor hoe lang…

Op die manier wil ik mijn vrienden absoluut niet belasten. Daarom breekt het angstzweet mij al uit als ik alleen maar aan een mammografie of uitstrijkje denk. Het klinkt cru, maar geloof me, ik loop tegen de zestig, heb een prachtig leven tot nu toe en hoop uiteraard dat het nog lang niet ophoudt, maar een lang ziektebed wil ik mijn vrienden niet aandoen en al helemaal niet wil ik de lijdensweg afleggen die mijn zus zo lang te gaan had. Liever nog ontdekken ze de kanker te laat, zodat ik alles in werk kan stellen om me te verzoenen met een snelle dood als die onontkoombaar is.

Mijn dokter schrok van mijn verhaal. Maar om een andere reden dan ik dacht. Ze schrok er zo van omdat ik niet de enige in haar praktijk ben die met dit verhaal komt. Er schijnen een heleboel mensen rond te lopen die denken zoals ik. Ik ontmoet ze nooit, want wie durft hier nou over te praten? Ik heb het wel eens geprobeerd, maar stuit vooral op onbegrip en afkeuring. Het maakt dat ik me er soms schuldig over voel dat ik me niet laat onderzoeken. Alsof ik ondankbaar ben of zo.

Mijn dokter probeert me over te halen. Dat begrijp ik wel van haar. Haar argumenten zijn dat ze in een zo’n vroeg stadium borstkanker kunnen ontdekken, dat de kans dat je wordt genezen bijna honderd procent is. Behandelingen zijn niet altijd zo belastend meer en anders is er wel een mouw aan te passen, zegt ze. Zou het? Een mouw in de betekenis van een verpleeghuis bijvoorbeeld? Dank u hartelijk….

Mijn dokter brengt me aan het twijfelen, maar voorlopig geef ik haar niet het voordeel van de twijfel. Ik durf eenvoudigweg niet.’

LEES OOK Als de uitslag van het borstkankeronderzoek niet goed lijkt

gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN