Ik kan niet meer (en moet nog tien jaar werken)

-

Ooit kon ze zich niet voorstellen dat ze ooit met pensioen zou willen. Tegenwoordig hoopt Maaike (58) elke maand dat ze de loterij wint. Dan neemt ze gek van vreugde ontslag en gaat ze alleen nog maar doen wat ze leuk vindt. “En denk maar niet dat ik de enige ben die daarvan droomt.”

“In september zonden ze dat spotje van de Staatsloterij weer elke dag uit op tv: zo’n lekker jong ding, type perfecte schoonzoon, die ’s avonds in een kantoor fluitend dikke stapels dossiers staat te kopiëren, omdat hij weet dat dat binnenkort niet meer hoeft omdat hij een lot heeft gekocht waarmee hij straks dertig jaar lang tienduizend euro per maand gaat winnen. Onweerstaanbaar filmpje – en niet eens vanwege het lekkere ding. Ik ben direct naar de sigarenboer gehold en heb daar voor driehonderd euro loten gekocht. Ik koop anders nooit loten, maar nu wel. Want dat filmpje, dat is precies mijn droom.

Oude mensen uitlachen

Toen ik begon met werken, was dat wel anders. Ik was 23, had een marketing- en communicatie-opleiding gedaan (wat toen nog nieuw en baanbrekend was in plaats van iets wat je doet omdat je niet weet wat je anders moet), en ik was zo enthousiast als een puppy. Door de jaren heen heb ik een reeks geweldige banen gehad bij allerlei bedrijven, van reclamebureaus tot musea tot de ideële stichting waar ik nu voor werk. Ik heb veel geleerd en veel lol gehad. Lang heb ik gedacht: als ik ooit met pensioen moet, begin ik gewoon voor mezelf en ga door met werken. Ik lachte schamper om mijn oom die op z’n 57ste in de VUT ging en met een camper door Europa ging trekken. Hoe suf kun je wezen.

Ik dacht nooit dat ik dit zou zeggen, maar het is gewoon waar: ik heb er schoon genoeg van, van werken. Jaren heb ik me met plezier kapot gebuffeld, maar ik kan me nu niks fijners voorstellen dan niet meer hoeven. De sleet is erin gekomen. Ik kom steeds vaker dezelfde dingen tegen die me niet meer boeien omdat ik ze al duizend keer gedaan heb – en ik moet mijn tong afbijten in vergaderingen om niet die zure trut te worden die zegt: ‘Dit hebben we al eens geprobeerd en dat heeft toen ook niet gewerkt.’

‘Werken niet meer boeiend’

‘Ga wat anders doen,’ zou je zeggen. Maar dat is het niet. De gedachte aan ander werk vind ik net zo vreselijk. Ik ben gewoon op. Moe. Na m’n werk plof ik op de bank neer en ben ik tot weinig meer in staat dan een avondje Netflix en vroeg naar bed. Ik vind werken ineens zo boeiend niet meer.

Weet je: als je jonger bent, kun je je gewoon niet voorstellen hoe het is om ouder te worden. Maar op een dag voel je dat je lijf niet meer zo lekker wil, en je geest ook niet. Dat je steeds vaker denkt: waar zijn wij nou helemaal mee bezig? Met niks. Je bent bezig de machine van een bedrijf draaiende te houden – en als je eruit stapt, komt er gewoon iemand anders die die machine laat draaien. Dat is het. Ik vóél er niks meer bij. Alleen die zwaarte in mijn hoofd: Ik. Moet. Nog. Tien. Jaar. Dus daar zit ik dan op het toilet met mezelf te vergaderen, al candycrushend mezelf kalmerend, klaar om op de volgende vergadering enthousiast te doen over weer een kansloos plan.

Bestond die VUT nog maar

Kijk, ik weet heus wel dat betonvlechters en stratenmakers er pas echt slecht aan toe zijn. Versleten ruggen en knieën, lange werkdagen in regen en wind: vergeleken met hen mag ik niet klagen. Van mij mogen zij allemaal per direct de VUT in, dat hebben ze verdiend, ik vind het een schande dat die mensen niet eerder met pensioen mogen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik niet óók af en toe denk: ik wil niet meer, bestond die VUT nog maar. Ik zou er direct voor kiezen.

Mijn zus en mijn zwager, die hebben het helemaal voor elkaar. Ze zijn weliswaar ongeveer net zo oud als ik en kunnen dus ook de VUT niet in, maar ze hebben vanaf hun veertigste heel bewust zuinig geleefd, goed gespaard en hun huis afbetaald, zodat ze op hun 56ste met pensioen konden. Ze betalen zichzelf nu als het ware AOW en pensioen uit. Ik vond hem altijd een beetje een berekenende, zuinige, suffe lul en ik begreep nooit wat mijn zus in hem zag. Maar nu ben ik stikjaloers op ze. Want ik heb mijn geld altijd lekker laten rollen met het idee: ik werk gewoon tot mijn dood, want ik vind dit leuk. Ik zou het nu zelfs, moet ik eerlijk toegeven, best geinig vinden om met een camper door Europa te trekken, zoals mijn oom indertijd. Niks mis mee, eigenlijk.

En het is nou ook weer niet zo dat ik achter de geraniums zou gaan zitten. Al zou ik het willen: het zou niet kunnen. Want het is een misvatting dat je leven kalmer wordt als de kinderen het huis uit zijn. Ik zit in een soort nieuw spitsuur: mijn dementerende vader is afhankelijk van mij sinds mijn moeder is overleden, mijn studerende zoon zou ik ook weleens willen opzoeken, en mijn dochter heeft inmiddels twee kleine kinderen die ik dolgraag vaker zou willen zien, maar ja: oma moet zich de hele tijd te pletter werken en stort daarna uitgeput ineen op de bank, waar ze hooguit met die kleintjes Teletubbies kan gaan zitten kijken.

Niemand wil meer werken

Ik ben niet de enige. Onder vier ogen, of onder vriendinnen, of op een feestje met een paar borrels op durven mensen het wel te zeggen: dat ze ook liever niet meer werken. Ik zie het om me heen, en het zijn niet alleen die betonvlechter en die stratenmaker die na veertig jaar geen rug meer over hebben. Een vriendin is lerares Duits; na 42 jaar voor de klas is haar motivatie zoekgeraakt, ergens tussen al die kinderen die ze niet meer aankan, met hun petjes en hun mobieltjes en hun ADHD of ADD of dyslexie. Zij hield ook van haar vak, ze was een bevlogen lerares, maar de school legt steeds meer werkdruk op haar schouders en haar leerlingen zijn etters. Een andere vriendin voelt zich op kantoor een grootmoeder tussen de kleuters, temidden van pingende telefoons, onderuithangende collega’s en appende stagiairs. Haar oudere collega’s zijn allemaal al ontslagen en zij doet nu al hun werk, een last waar ze bijna onder bezwijkt.

Denk je dat het wel meevalt? Dat de meeste vijftigers en zestigers fluitend naar hun werk gaan? Ongetwijfeld zijn er mensen die echt lol in hun werk hebben, en die er energie van krijgen en willen doorgaan tot ze erbij neervallen. Good for them. Maar ik geef je op een briefje dat er veel meer zijn zoals ik. Want je kan het dus echt niet maken hierover te spreken met anderen, en met collega’s al helemaal niet. Ik vertel dit niet voor niets anoniem aan Saar. Want zodra iemand er lucht van krijgt dat een vrouw van 58 geen zin meer in werken heeft, kan ze het verder schudden. 

‘Mijn werk is niet meer mijn hobby’

Vroeger was het namelijk genoeg dat je je werk goed deed, maar tegenwoordig moet het tot in lengte van jaren je ‘passie’ zijn, je moet een soort superambitie tentoonspreiden, je moet jezelf erin verwezenlijken, alles moet leuk zijn en een uitdaging – nou ja, zo’n beetje hoe ik begon: ‘mijn hobby is mijn werk’. Maar nu is mijn werk allang mijn hobby niet meer. Als ik werkelijk mezelf zou verwezenlijken in mijn werk, zou ik allang in mijn volkstuintje op mijn luie reet mezelf zitten te verwezenlijken, een beetje in de aarde wroeten met mijn kleinkind, een goed boek lezen, want daar voel ik me een stuk beter dan op die kantoorvloer.

Ik zit in de communicatie en ik weet dus heel goed hoe ik mezelf moet presenteren: enthousiast, ambitieus, altijd in voor nieuwe dingen. Ik twitter en klets en doe mezelf voor als een vrolijke, dynamische marketeer die zich helemaal voor de zaak inzet. Ik loop op kantoor rond als die jongen uit het Staatsloterijspotje, fluitend met z’n dossiers ’s avonds laat. Voor de buitenwereld maak ik van elk probleem een kans, ben ik gezellig aan het paintballen op een bedrijfsuitje, kan ik uitstekend opschieten met mijn dertienjarige chef, klap ik neuriënd mijn laptop open op diverse flexplekken en is Instagram mijn beste vriendin. Maar ondertussen haat ik mijn werk tot op het bot. Ik knik ja en doe nee. Speel de bijdetijdse collega. Onderdruk moordneigingen. En word daar zo langzamerhand doodmoe van.

Ik heb trouwens 25 euro gewonnen in de loterij. Ha, net niet genoeg om te stoppen met werken. Ik tel stilletjes af tot mijn pensioen. Niets laten merken, nog maar tien jaar candycrushen op de wc.”

TEKST JULIETTE BERKHOUT

NIEUW: SAAR CURSUSSEN Hey! Wist je dat we nu ook cursussen hebben? Niet van die niemendalletjes gemaakt door jonge meiden, maar stevige en slimme online trainingen gemaakt door en voor 50+ vrouwen. Kijk hier voor ons nieuwe cursusaanbod.

NU MET 15% INTRODUCTIEKORTING (gebruik bij het afrekenen de code: introductiekorting)

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN