Nee hoor, Miriam heeft het helemaal niet hoog in de bol. Ze kan het gewoon niet helpen dat ze een trendsetter is.
In 1975 ging ik naar school in een spijkerbroek. Een Levis. Maatje 136 schat ik zo want ik was nog maar een klein Miriammetje. Er doken wat kinderen op mij af. “Wat draag jij nou? Wat heb jij nou aan?” Ik schaamde me kapot. In de ochtendpauze rende ik snel naar huis, viste mijn oude ribbroek uit de kast en trok hem aan. Daar stond mijn moeder in de deuropening. “Uit die broek. Ben jij nou helemaal gek geworden?” Ik wilde gaan huilen maar mijn moeder stak daar een stokje voor: “Over een paar maanden wil iedereen zo’n broek en was jij lekker de eerste”. Het werd the story of my life. De eerste zijn. Vaak ongewild. Vaak expres. Iets aantrekken puur om reacties uit te lokken.
- In de zwarte (!) trouwjurk van mijn omaatje naar school. Moest kunnen. Legerlaarzen eronder en gáán. Madonna? Hadden we nog nooit van gehoord.
- Een achterovergedrukte stropdas van mijn vader om mijn hals. Stoerrrr. En daar was Annie Lenox.
- Een overall met het logo van een benzinemerk erop. Tjakka. Bananarama? Ik was éérst.
- Cowboylaarzen met zulke scherpe neuzen dat ik per ongeluk papier opprikte. Gewoon bukken en verwijderen. Oké, daar heb ik nog nooit iemand mee zien lopen.
- Hoogzwanger in een superstrakke witte jurk met Dr. Martens aan mijn voeten. J-Lo hallo?
- Naar de disco in een mantelpakje en stiletto’s aan mijn voetjes. Niet handig qua dance moves maar wel opvallend. Dat ik op de toiletjuffrouw leek nam ik voor lief.
- Er hebben oorbellen aan mijn hoofd gebengeld groter dan mijn hoofd. Ik droeg truien met teksten die anno 2017 nog altijd opruiend zijn. Zwarte rouge, oranje haar – nog veel feller oranje dan Bassie.
Een paar jaar geleden besloot ik het roer om te gooien. Het hoefde allemaal niet meer zo dramatisch en over de top. Ik hoefde niet meer de eerste te zijn. Voortaan droeg ik alleen nog maar fijne kleren die lekker zaten.
- Ik kocht een nepbontjas. Iedereen lachte mij uit maar sjongejongejonge wat was-ie lekker warm. Paar jaar later. Overal nepbontjassen.
- Ik gooide mijn stiletto’s de deur uit en ging aan de herenschoen. Brogues. Zwart. Hoogglans. Opgetrokken wenkbrauwen all over the place. Twee winters later verkocht zelfs Van Haren damesherenschoenen.
- Mijn favoriete spijkerbroek lag aan flarden. Hop naar de Turkse kleermaker. ‘Miriam? Met zo’n kapotte broek ga je toch niet over straat?’ Een jaar later: nergens nog spijkerbroeken zonder scheuren.
- JP ruimde zijn kledingkast op en wilde al zijn overhemden aan de kerk doneren. Hierrrr met die overhemden. Lente 2017: ‘Mannenhemden zijn absolute musthaves.’
- Ik knoopte strikjes aan mijn bloesjes. Staan alle bladen opeens vol mee.
Zo gaat het nou altijd. Altijd. Zit ik op een terras in Amersfoort, zegt de ober: ‘Wat heeft u hippe Nike Airmax aan’. Ik staar naar mijn voeten. Verhip. Er staat inderdaad Airmax op. Alsof ik het erom doe. Echt. Niet. Ik ben geen modepop. Ik hoef niet mee te doen aan allerlei trends. Ik hoef niet cool te zijn.
Ik begin gewoon weer van voren af aan en ga op zoek naar die ene Levis uit 1975 met die fijne hoge taille. Daarvan weet ik zeker dat-ie nooit meer in de mode komt.
LEES OOK 11 modetips waardoor je er geweldig uitziet