Ik had zomaar miljonair kunnen zijn (als ik niet zo met geld had gesmeten)

-

Jarenlang smeet Els als een dolle met geld. Met dank aan haar creditcard en banken die edelmoedig kredieten verstrekten.

Je kon mijn moeder rustig drieduizend gulden vragen als je in acute nood verkeerde (en luid snikkend aan de telefoon hing), maar ze viel dood over een dubbeltje. Kleren kopen vond ze onzin – mijn zusjes en ik vochten om elkaars afdankertjes – en aan tafel serveerde ze louter sla, aardappelen en runderlapjes gestoofd in margarine. Gingen we op vakantie, dan kon ze uren ruziemaken met mijn vader als hij voorstelde de kinderen een ijsje te geven. Op een terrasje heeft ze nooit gezeten, ook niet in een taxi, en nam ze de boot naar Engeland dan sliep ze ’s nachts op een bankje in plaats van in een comfortabele hut.

En dat, lieve mensen, heeft desastreuse gevolgen gehad. Die schrale jeugdjaren hebben van mij een vrouw gemaakt die als een dolle met geld smijt. Mijn zoon zegt niet voor niets: ‘Ma, je had al drie keer miljonair kunnen zijn, als je dat gat niet in je hand had gehad.’ Nou is drie keer miljonair een beetje overdreven, maar één keer had moeten lukken.

Van mijn eerste salaris – ik was achttien en verdiende zevenhonderd gulden per maand – kocht ik meteen een veel te dure jurk (een hippiegeval bestaande uit drie miljoen lapjes die stuk voor stuk loslieten in de eerste wasbeurt, maar dat terzijde). Twee jaar later – ik was leerling-journaliste – viel mijn oog op een prachtige blauwe driepersoonsbank. Tweeduizend gulden kostte het ding, maar ik moest en zou hem hebben. Groot was dan ook mijn geluk toen de Rabobankmeneer mij toevertrouwde dat ik op mijn bescheiden salaris best een doorlopend krediet van twintigduizend gulden kon krijgen. Dat had hij nou niet moeten doen. Ik nam het volle bedrag op en kocht niet alleen de bank, maar ook mijn eerste boekenkast, eettafel en een heuse fauteuil. Mijn kamertje in Haarlem transformeerde in een heus paleis.

Het fijne van het doorlopende krediet was dat het geld nooit op kon. Had ik braaf vijfduizend euro afgelost, nam ik datzelfde bedrag doodleuk op om naar Guadeloupe te vliegen. Mijn zoontje droeg OshKosh-tuinbroekjes en McGregor-jasjes. En nooit, echt nooit, lag ik wakker van de schulden die ik maakte. Nou ja, ongeveer een keer per jaar werd ik bevangen door schuldgevoel. Dan knipte ik mijn creditcard doormidden en besloot ik vroom voortaan vrekkig door het leven te gaan. Zulke momenten duurden helaas nooit lang. Nog geen twee weken later vroeg ik fluks een nieuwe Visakaart aan en begon het feest opnieuw.

Tussen het shoppen en vakantievieren door maakte ik gelukkig een mooie carrière met bijbehorend salaris en auto van de zaak. Zowel bank als creditcardmaatschappij honoreerden blijmoedig elk verzoek mijnerzijds. Toen Dirk Scheringa de DSB-bank oprichtte, kon ik mijn geluk niet op. Je hoefde die aardige Dirk maar te bellen en de volgende dag had je een bedrag op de rekening staan. Dat-ie krankzinnig hoge rente rekende, daar stond ik niet bij stil. Van rentetoestanden begreep ik niets. Zes, acht of elf procent, wat maakt dat nou uit, komaan laten we nog een vakantie naar Curaçao boeken.

En toen, het was 2006 en ik was bijna vijftig, stierven mijn ouders kort na elkaar. En lieten ze een prachtige erfenis na. Geld dat ze door keihard te werken en zuinig te leven bij elkaar hadden gesprokkeld. Toen ik het bedrag hoorde dat ik zou krijgen, barstte ik in snikken uit. Opeens besefte ik hoe idioot ik al die jaren had geleefd. Hoe krankzinnig ik met geld had gesmeten. Het klinkt pathetisch, maar het werd de ommekeer in mijn leven.

Van de erfenis betaalde ik in een klap mijn schulden af, tot groot verdriet van Dirk Scheringa ongetwijfeld, maar ik kende geen genade. Ook hielp ik mijn zoon bij het kopen van een huis. Het restantbedrag zette ik op de eerste spaarrekening van mijn leven. Elke dag keek ik verrukt naar de euro’s die erop stonden. Een grote rust daalde neer. Wat was het fijn om niet langer het ene gat met het andere te vullen. Om gewoon een wasmachine te kopen als de mijne stukging. Van de weeromstuit ging ik veel minder shoppen, zo fijn vond ik die financiële buffer. Ik ging sparen voor mijn pensioen en kocht een huis tegen een lage hypotheekrente (dat scheelt echt duizenden per jaar! Had ik dat maar eerder geweten!).

Het is niet zo dat ik opeens leef als een non. Ik koop nog altijd mooie spullen maar ga niet meer als een gek tekeer. Inmiddels ben ik 61 en elke keer als ik mijn bank-app open, word ik blij van het bedrag dat erop staat. Ik ben goddank net op tijd tot inkeer gekomen – met dank aan mijn ouders en mijn harde werken. Als ik straks met pensioen ga, heb ik niets te vrezen.

Lees ook: Geweldige sketch: waarom erft dat kind eigenlijk ons geld?

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN