Ik haat de sauna

-

Juliette is met geen stok de sauna in te krijgen. Ze voelt zich alleen op haar gemak als ze kleren draagt.

‘Alsjeblieft! Je verdient het!’ Stralend gaf de zoon van mijn man me een tijdje geleden spontaan een cadeautje: een bon in een envelop. Superlief natuurlijk. Ontroerd maakte ik de envelop open.

O nee. Een saunabon!
‘Dankjewel,’ zei ik. ‘Wat ontzettend lief van je.’

Er is geloof ik niet één plek te noemen waar ik minder graag vertoef dan een sauna, of zo’n wellness-oord. Nou ja: het hokje waarin ik theorie-examen deed voor mijn rijbewijs. De onderzoeksbank van de gynaecoloog, met mijn benen in de beugels. De tietenbus, met twee glasplaten vóór me waar mijn borsten tussen moeten. Zo’n muffe vergaderzaal, waar een dertienjarige knul in een pak mij en mijn collega’s uitlegt hoe we agile moeten werken. Een volle metro waarin een alcoholist gevaarlijk op me leunend en riekend naar kots in mijn nek kwijlt. Die veganistische eetgelegenheid waarin ik met vier jonge collega’s na het werk naartoe ging terwijl ik alleen maar ongelooflijke zin had in een spekpannekoek of een dikke biefstuk met friet. Dat te kleine pashokje met tl-licht waarin ik me uit een te klein badpak wurmde waar ik me vijf minuten geleden in probeerde te wurmen. Oké, you get the point. Ik háát de sauna.

Ik heb vriendinnen die in een sauna zouden willen wonen. Ze maken er niet voor niks cadeaubonnen voor. Je wordt er zo lekker relaxed! Je bent er zo vrij! Je knapt er zo van op! Nou, ik niet. Afgezien van het feit dat ik de neiging heb om na één minuut hyperventilerend uit zo’n benauwde stoomcabine te rennen (het is geloof ik de bedoeling dat je dan gaat zweten en dat heerlijk vindt, maar ik zweet nooit, ik implodéér, ik word knalrood en vreselijk benauwd en wil alleen nog maar WEG UIT DAT HOKJE, ZO SNEL MOGELIJK JA) is mijn grootste bezwaar tegen alle sauna’s en wellnessparadijzen: ik moet er in mijn blootje in. Tussen alle andere mensen in hun blootje. En sinds pakweg mijn vijftigste voel ik me hoogst ongemakkelijk zonder kleren aan. Heel erg… nou ja: bloot.

Voordat je nu meteen verontwaardigde commentaren gaat zitten tikken: ja, ik wéét het. Ik roep het zelf ook: als je de vijftig gepasseerd bent, is het tijd om al je angsten en complexen van je af te werpen. Je moet je tijd en energie niet meer verdoen met wat anderen van je vinden of zelfs maar met wat je van jezelf vindt, je mag niet oordelen, je moet jezelf waarderen zoals je bent, je mag blij zijn dat je nog leeft, nog gezond bent, iedereen is mooi zoals hij of zij is.

Ik vind dat ook allemaal, theoretisch. Maar in de praktijk komt het erop neer dat ik me geneer voor mijn lijf. Zonder kleren, dan. Ik vind mezelf aangekleed nou eenmaal een stuk mooier dan uitgekleed. Het is geen preutsheid, ik ben nooit preuts geweest, ik was naaktmodel voor schilders en voor tekenklasjes, en ik zat ook niet met een kleine ronding meer of minder, dan viel er een beetje wat te schilderen, nietwaar. Maar die menopauze, die doet toch wat met me. Ineens beginnen die rondingen me in de weg te zitten. Ze zijn plots niet meer zo mooi als ze waren toen ik nog een leuke taille had, en een strakker vel. Dat buikje vind ik lelijk. Mijn navel is veranderd van een leuk knopje in iets onvindbaars, mijn borsten hangen zonder beha op mijn knieën en mijn hele lijf lijkt wel van een glooiend heuvellandschapje veranderd in een gevaarlijk gebergte. Een gebergte dat ik nog heel leuk kan inpakken met mooie kleren die alles aan het oog onttrekken. Maar zónder kleren… Brrrr, ik moet er niet aan denken.

Een vriendin die dol is op sauna’s helpt me over de brug. We gaan met z’n tweeën naar een wellness-ding waar ik geen stoomcabine in hoef omdat er ook nog andere baden en badjes en hammams en lekkere ligbankjes en massages zijn. ‘Ik kom daar zelf heel vaak, ik vind het er héérlijk,’ zegt ze. (Ja, kúnst, die vriendin ziet er zonder kleren tig keer beter uit dan ik mét kleren.

De nacht ervoor lig ik wakker. Wat als er alleen maar strakke jonge mensen zijn? Of een heleboel strakke bejaarden? O god, ik weet niet eens hoe ik er van achteren uitzie, misschien is dat nog wel erger dan van voren. En wat als alles aan mij wiebelt? Of dat ik de enige vrouw ben met schaamhaar?

Het kan eigenlijk alleen nog maar meevallen. En dat doet het dan natuurlijk ook. In het welnesscentrum lopen alle mogelijke mensen in hun blote niksie: dik en dun, jong en oud, strak en hangerig, met en zonder haar, mooi en lelijk, of nou ja op een gegeven moment denk je niet meer aan mooi of lelijk want dan hou je op met gluren omdat niemand gluurt, eigenlijk. Er zijn, kortom, vooral veel gewone mensen. De hammam heeft net genoeg stoom voor mij om het uit te houden, ik word kundig gemasseerd en ik stap in het zwembad zonder dat iemand mij komt controleren op mijn exacte hoeveelheid schaamhaar.

Eigenlijk, denk ik, is zo’n wellnesscentrum waar je gedwongen uit de kleren moet zo gek nog niet. Want waar anders zie je nog zoveel verschillende gewone mensen met gewone lichamen? Nergens. Dáárom geneer ik me zo voor mijn misschien bij nader inzien best wel normale lijf: we worden dag in dag uit geconfronteerd met tientallen, misschien wel honderden beelden van mensen in allerlei media, maar het lijkt wel alsof er maar één soort lichaam goed wordt bevonden: jong, strak, haarloos, rimpelloos. Met als gevolg dat als je er ook maar een beetje anders uitziet, je dat lelijk vindt en niet durft te laten zien.

Ik moet vaker naar de sauna, denk ik dapper. Dan voel ik me misschien niet zo’n uitzondering. Totdat mijn vriendin zegt, als we thuiskomen: ‘Ik heb maar een dinsdagmiddag uitgekozen, want ik dacht: dan zijn er niet zoveel jonge mensen. Dan valt het mee voor je.’
En bedankt.

Ik háát de sauna.

Lees ook: 49 dingen die ik denk als ik in de sauna zit

gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN