Hoe Marjolein van Rooij (51) na jarenlange zelfhaat eindelijk van haar lieve kuikentjeshaar ging houden. En een interessante formule ontwikkelde: weinig haar op je hoofd = ook geen schaamhaar tot op je knieën.
Het eerste waar ik bij andere vrouwen naar kijk is de haren. De kleur kan me niet zoveel schelen – al heb ik meer met brunettes dan met blondines – het gaat om de hoeveelheid. En dan bedoel ik natuurlijk dat ik vind dat zo’n 90% van de vrouwen meer/dikker/voller haar heeft dan ik. Zou ik daarom zo graag naar Eva Jinek kijken, met haar blonde kuikentjeshaar, die in de andere 10% valt?
Ik realiseer me heus wel dat vooral celebrities vaak gebruik maken van allerlei haarstukken, variërend van knap gedaan (Máxima) tot bar slecht (Haagse Barbie). Maar ja, er zijn ook vrouwen met massa’s mooi eigen haar – wat moet het heerlijk zijn om het GEWICHT van je haar te voelen, dat je het met een sierlijk gebaar op je rug kunt zwiepen (Fidan Ekiz bij DWDD). Op mijn eigen hoofd speelt zich heel wat anders af (totaalgewicht 20 gram schat ik) af. Of speelde, want ik heb op mijn 51e eindelijk geaccepteerd dat het is wat het is.
Wat aan dit proces vooraf ging:
Ik ging heel vaak naar de kapper om m’n slappe, futloze haar te laten föhnen.
Stijl, glad, met de illusie van volume en elke lok keurig op z’n plek. Voor mij geen nonchalant out of bed hair. Een beetje belangrijke afspraak deed me vooraf naar de kapper rennen, in binnen- en buitenland, met soms hilarische gevolgen. Zoals die keer in Istanboel in het vijfsterrenhotel waar ik logeerde: zúlk zielig haar hadden ze daar nog nooit gezien; er stonden drie kappers om me heen die me voorzichtig vroegen of ik soms ernstig ziek was geweest. Nee dus.
Of wat me vaak overkwam in haarparadijs (want een coiffeur in het kleinste gehucht) Frankrijk tijdens een brushing et pedicure-sessie (doodnormaal daar om dat elke week te laten doen): oh la la, madame heeft wel heel fijn haar. Dan wees ik op mijn prachtige voetjes met rechte tenen zonder enge knobbels en kon fijntjes zeggen dat ik dan wel cheveux bébé had, maar gelukkig ook pieds bébé. Ik was expert in elegant het zwembad inglijden, gekapt hoofd boven water en met een rustig schoolslagje voorzichtig zwemmen.
Goed, dat hoeft dus allemaal niet meer. Scheelt een hoop tijd, geld en stress. Als reliek uit het verleden vind je in mijn telefoon nog massa’s kappers in binnen- en buitenland, compleet met openingstijden en of ze toevallig na zessen nog open zijn of misschien zelfs op een maandag.
Oh ja, het helpt natuurlijk niet mee dat mijn lieve vader – in zijn hoogtijdagen gezegend met een prachtig hoofd met mooi haar – op een dag goedbedoeld opmerkte: “Heb je je haar laten uitdunnen?” Aaaaaaahhhrrrggg. En mijn man denkt dat het dikker wordt als ik het laat groeien. Nee schatje, haar groeit in de lengte, niet in de breedte. Mijn fijne haar heb ik genetisch te danken aan mijn moeder – altijd bezig haar openvallende kruin te bedekken met behulp van achteruitkijkspiegel, toupeerkam en massa’s Ellnett extra strong. Die steeds weer openvallende kruin staat in ons gezin (drie hyperkritische, valse dochters) bekend als het gat van Enschede – want daar woont ze.
Gelukkig zijn er ook voordelen aan dunner wordend haar.
- Föhnen is binnen tien minuten gepiept, ook bij de kapper.
- Weinig haar op je hoofd = weinig haar op plekken waar je het niet wilt. Ik heb geen last van een vacht op mijn benen of schaamhaar tot mijn knieën. Sterker nog, twee keer per week de boel bijhouden met een wegwerpmesje is meer dan genoeg en waxingsalons ken ik alleen uit angstaanjagende verhalen.
Na de nodige zelfanalyse ben ik tot de conclusie gekomen dat Mijn Kapsel rechtstreeks in verbinding stond met de controle die ik over alles in mijn leven dacht te moeten hebben. Als je haar maar goed zit, of zoiets. Nu ben ik in een fase waarin ik probeer los te laten en te relativeren en mijn haar is daarvoor kennelijk de metafoor.
Mijn dunne haar en ik, eindelijk houden we van elkaar.
Ik voel me er nog steeds wat onzeker over en als ik iets heel belangrijks heb, hol ik nog weleens naar de salon voor een extra shot zelfvertrouwen, maar de verzekering van diverse mensen dat mijn natuurhaar (zoals ik het nu noem) écht leuker staat en me jonger en minder streng maakt, helpt enorm. Man ook nog blij (want geen gezeik meer over haar), dus wat wil ik nog meer.
Lees ook: Voortaan doen we het zo: eerst conditioner, dan pas shampoo