‘Nou èn?’ wil ik zeggen. Er is iemand doodgegaan

-

Miriam en haar vriend rijden naar Scheveningen, waar hij eigenlijk een week geleden zijn nieuwe horecazaak had moeten openen. In een ander leven, waarin alles normaal was.

We rijden over de snelweg. Ik verbaas mij over de hoeveelheid vrachtauto’s die onderweg zijn om goederen af te leveren. Blijkbaar draait de economie, de voedselvoorziening, gewoon door en dat stelt mij gerust. We zijn onderweg naar Scheveningen. Niet om daar eens lekker te gaan uitwaaien maar omdat mijn vriend JP daar eigenlijk op 19 maart een horecazaak had moeten openen. Maar dat ging niet door. Ik ga mee omdat ik even weg wil. Ik zit al vanaf 6 maart zoals veel Brabanders in een soort van quarantaine. Ik ga alleen maar de deur uit om boodschappen te doen en verder zie ik niemand.

Ter hoogte van Delft ontwaar ik een lijkauto. De volgauto’s hebben zichtbare zwarte strikjes gebonden om dat wat voorhanden was. Het zijn er drie. Drie volgwagens in een rouwstoet. Als we de stoet passeren kan ik het niet laten om te kijken naar de gezichten van hen die hun geliefde ten grave gaan leggen. Hun gezichten staan strak. Emotieloos. Alsof ze willen zeggen dat ze het niet begrijpen. Het is ook niet te begrijpen.

We rijden door. Ik zie hoe velden kleuren in die onbestemde kleur van de lente. Net niet groen genoeg om zomer te zeggen. Zwaluwen vliegen in zwermen boven ons land. Althans? Ik vermoed dat het zwaluwen zijn. Ik heb niet zo heel veel verstand van vogels. Ik zie in de verte hoe tractoren het land berijden. Alsof er niets aan de hand is. ‘Oh by the way? Ik zag van de week nog Paul van Vliet bij een tankstation’ hoor ik mijn vriend zeggen. Nou èn? Wil ik zeggen. Er is iemand doodgegaan. In plaats daarvan zeg ik niets.

Lees ook: Suzanne wil haar leven terug. Want het was net zo leuk!

In Scheveningen aangekomen zet mijn vriend de deur van de spiksplinternieuwe horecazaak waar hij de scepter over zou gaan zwaaien open. Gewoon om wat licht binnen te laten komen zegt hij, maar ik weet dat hij gewoon even het gevoel wil hebben dat alles ooit weer normaal zal gaan zijn. Dat er ooit een dag zal gaan komen dat hij zijn gasten kan verwelkomen. Dat hij zijn medewerkers met raad en daad zal bijstaan. Kan entertainen. Mensen weer blij kan gaan maken. Het is zoals mijn vriendin Michèle zei. Iedereen gaat hier op zijn of haar eigen manier mee om.

Ik loop naar buiten en leun tegen de muur om wat zonlicht op te vangen. Vitamine D. Goed eten. Goed voor jezelf zorgen is nu zó belangrijk. Toen ik vanmorgen wakker werd zei een stem tegen me dat het oké was. Dat dit het was. Dat we met zijn allen ervoor moesten gaan zorgen dat die mensen in de zorg nu niet extra belast zouden gaan worden. Dat we, na maandag, eindelijk met zijn allen begrepen dat dat griepje niet zomaar ene griepje was.

Vanmorgen stond ik voor de eerste keer op sinds 6 maart met hoop. Het is zoals het is. Deal with it. Terwijl ik met mijn ogen gesloten wat zonlicht op sta te vangen denk ik aan die rouwstoet. En voor de eerste keer sinds 6 maart huil ik om de dood.

Lees ook: 19 dingen die Miriam leerde door het Coronavirus

gifgif
Miriam Mars
Miriam Mars
Miriam (54) woont samen met JP en Kater Koos ergens in Brabant. Naast haar werkzaamheden als ZZP'er, werkt ze ook parttime voor een golfschool. Sinds 2021 is ze, naast moeder van twee volwassen kinderen, oma van Jan. Als de in Dubai woonachtige Jantje met zijn ouders in Nederland is laat ze alles uit haar handen vallen voor hem en is ze onbereikbaar voor iedereen. Meer weten? Op Instagram miriammars1968 laat ze alles zien. Nou ja. Bijna alles.

RECENTE ARTIKELEN