Gemma (49) baalt als een stier. Verheugde ze zich stiekem al op de erfenis, besluiten haar ouders het geld te verdelen tussen de kleinkinderen. Lekker dan.
“Hoezo krijgen wij niets?” Mijn mond valt open. Mijn broer vertelt me net dat onze ouders hun erfenis willen verdelen onder hun kleinkinderen. “Maar, dat is toch idioot? Dat horen wij te krijgen.” Mijn broer kijkt me bestraffend aan: “Pa en ma mogen zelf weten wat ze met hun geld doen. Gun je het je kinderen soms niet?” “Natuurlijk wel,” brom ik, “maar ik vind het balen dat wij worden overgeslagen.”
Bedenken wat voor leuks je met de erfenis van je ouders en schoonouders kunt doen: dat hou je voor jezelf. Want om te erven, moet er eerst iemand doodgaan. En dat wil je niet. Toen mijn oma dertig jaar geleden plotseling dood neerviel, erfden mijn vader en zijn broers een leuk bedrag. Niet dat ze konden gaan rentenieren aan de Zuid-Franse kust, maar een nieuwe keuken kon er wel vanaf. Grappig eigenlijk, want mijn oma was een beroerde kok die elke minuut die ze doorbracht in de keuken haatte.
Toen een paar jaar later mijn opa van moederskant overleed, werd er opnieuw een paar duizend euro bijgeschreven op de rekening van mijn ouders. Dat lijkt me nou zo heerlijk. Wat extra geld om iets leuks mee te doen. Een beetje lucht. Uiteraard is er geen haar op mijn hoofd dat erover piekert mijn ouders te bellen en ze te vertellen dat ik moeite heb met hun plan. Want dat zou betekenen dat ik hebberig ben, het mijn kinderen niet gun of – o gruwel – nu al bezig ben met hun dood terwijl ze nog springlevend zijn.
Natuurlijk wil ik dat mijn ouders nog heel lang leven. En natuurlijk zal ik ze missen als ze er niet meer zijn. Maar ik ben liever verdrietig terwijl ik dobber op een zeilbootje dan thuis op de bank. Die ook aan vervanging toe is, trouwens. Ik voel me een slechte dochter omdat ik dit zelfs maar denk. En ja, ik weet het: het is hun geld, ze mogen zelf weten wat ze ermee doen, ik heb er geen enkel recht op. Maar toch, hoe fijn zou het zijn opeens een bedrag te krijgen.
Geld voor een reis die ik anders nooit zou kunnen betalen, een zeilbootje, een huisje aan de Zeeuwse kust. Van mijn schoonouders hoef ik ook niets te verwachten. “Wij laten alleen herinneringen na”, roepen ze vrolijk. “Al het geld maken we op.” “Tuurlijk, moet je doen. Lekker op reis, vaak uit eten en van de laatste paar euro’s de begrafenis betalen”, riepen mijn man en ik schijnheilig. Maar stiekem hoop ik dat er toch wat voor ons overblijft. Dan zal ik op mijn bootje heel liefdevol en dankbaar aan ze terugdenken.
Lees ook 13 dingen die gebeuren als er een erfenis in het spel is