Miriam hield niet van een kort en pittig kapsel. Ze bezwoer dat zij de schaar er nooit in zou laten zetten. Tot ze, schromelijk laat, de classy gekortwiekte Claire Underwood in de serie The House of Cards zag. En als een dolle naar de kapper rende.
Ik schreef nog maar een paar maanden voor de onlineversie van Saar toen ik de trein van Etten-Leur naar Amsterdam pakte. Ik had mijn dag niet en als dat het geval is erger ik me aan van alles en nog wat. Van vogels die stom lopen te fluiten tot mijn schaamteloos gapende geliefde.
In de trein van Etten-Leur naar Amsterdam ergerde ik me toevallig kapot aan vrouwen met korte, pittige kapsels. Vooral hun onverzorgde, amateuristisch geverfde stekels en slaapkruintjes wekten een diepe haat in me op. Ik nam ze in een blog genadeloos op de korrel en dat heb ik geweten. De Facebookpagina van saarmagazine.nl ontplofte. Honderden vrouwen plaatsten triomfantelijk foto’s van hun korte, pittige kapsel en overlaadden me met hatelijke opmerkingen.
Dan kun je drie dingen doen. Optie 1: angstvallig stilzitten terwijl je wordt geschoren. Optie 2: hatelijke opmerkingen terugschrijven. Optie 3: achteroverleunend de reacties lezen, bak popcorn erbij. Ik koos voor de laatste.
Vrienden, kennissen, collega’s en familie vroegen ongerust of ik erg was geschrokken van alle kutopmerkingen. Nee, dat was ik niet. Ik vermaakte me prima. Ik verbaasde me vooral over alle haters met korte, pittige kapsels die mijn boodschap niet begrepen. Dat je van die dagen hebt dat je niet lekker in je vel zit en je over niks opwindt. Ik ging er met een gestrekt been in en dat leverde me een merkwaardige fan base op.
De meeste haatreacties betroffen mijn uiterlijk. Op de foto onder mijn stukjes zie je dat ik mijn halflange haar in een staartje draag. Daar bleek van alles mis mee te zijn. Te makkelijk. Onverzorgd. Sliertig en vooral heel erg lelijk. Ik gaf ze gelijk. Op de foto heb ik inderdaad een onbestendig toefje haar op mijn kop dat van nature ook nog eens een saaie kleur heeft. Het is niet blond en ook niet bruin. Het is melkboerenhondenhaar. Mijn moeder eiste niet voor niks dat de kapper kleine Miriam ultrakort knipte. Tot mijn elfde dacht de buitenwereld dat ik een jongetje was. Dat veranderde pas toen ik tieten kreeg. Plots beschouwden jongens me als meisje. Ik vond het behoorlijk verwarrend, al die aandacht. En geen haar op mijn hoofd dat overwoog mijn haar te laten groeien. Daar was het veel te dun voor en bovendien dweepte ik met prinses Diana, die ook gezegend was met een kort, pittig kapsel.
En toen werd ik 21, kreeg ik een dochter en had ik geen tijd meer om elke zes weken naar de kapper te gaan. Mijn haar werd langer en langer. Ik blondeerde het in mijn badkamer. Als ik de deur uitging merkte ik dat de buitenwereld anders naar mij keek. Jarenlang was ik het meisje waarmee je kon lachen, bierdrinken en gruwelijke grappen mee uit kon halen, nu vonden mannen me een lekker wijf en besloten vrouwen dat ik niet te vertrouwen was – en masse gingen ze de concurrentiestrijd met me aan.
Op mijn 28ste was ik het zat. Het koeren van die wijven. Het gebedel van die sneue kereltjes. Ik ging naar de kapper en verzocht hem me te voorzien van een kort, pittig, vuurrood kapsel. Thuis schrokken ze zich dood. Ik liet schuldbewust mijn haar weer groeien. Daarna ging ik voor blonde dreadlocks à la Anouk in Nobody’s wife. Die dreadlocks mag je niet wassen waardoor er een muffige lucht rond mij hing. Nou ja muffig, het stonk gewoon. Vond ik niet erg. Alles beter dan mijn eigen huis-tuin-en-keukenhaar waarmee ik echt niet over straat kon.
Rond mijn 33ste, ik was inmiddels moeder van een dochter en een zoon, vond ik het nodig eruit te zien als iemand die haar shit goed voor elkaar had. Een vrouw met een mooi huis, een verzorgde tuin en een man die het zout in de pap verdiende. Ik liet mijn haar groeien en verfde het bruin. En ontdekte iets wonderlijks. Als je als blondine door het leven gaat, raad ik je aan je haar voor de lol bruin te verven. Ik heb in mijn tijd als brunette meer goede gesprekken gevoerd als ooit tevoren. Alsof mijn IQ ineens – voor de buitenwereld hè, altijd weer die buitenwereld – naar ongekende hoogte was gestegen. Het was wel jammer dat iedereen me ineens verschrikt aankeek als ik een grove grap maakte. Als blondine kreeg ik daarmee de lachers op mijn hand, nu staarden mensen me verschrikt aan: ‘Wat zeg jij nou?’
Rond mijn 34ste was ik klaar met dat hoor mij nou eens intelligente dingen zeggen-brunettegedoe. De dag voor Koninginnedag stapte ik een kapsalon binnen en eiste een kort, witblond kapsel. Het werd kort. En knaloranje. Ik beleefde de leukste Koninginnedag ooit.
In de jaren die volgden liet ik mijn haar weer groeien en ontdekte het genot van highlights, haarklemmetjes en elastiekjes. Ik kon mijn haar in een wilde, losse knot doen. Ik kon het vlechten. Voor de helft opsteken. De duizend-en-een mogelijkheden hadden slechts een nadeel: als ik het los liet hangen vroegen mensen bezorgd of het wel goed met me ging. Blijkbaar zag ik er ziekelijk uit met loshangende pieken. Wat best te begrijpen was, maar dat terzijde.
Nadat ik in mijn blog tekeerging over korte, pittige kapsels en bij wijze van spreken standrechtelijk werd geëxecuteerd, overwoog ik een canon van foto’s te plaatsen. Een overzicht van mijn korte, pittige kapsels door de jaren heen. Met als begeleidende tekst: ‘Stelletje kutwijven, leer eerst eens lezen voor je met je vingertjes op je toetsenbordje begint te tikken. Ik heb niets tegen kort en pittig, stelletje gekkies.’ Ik deed het niet. Ik lachte erom en vergat het.
Tot vorig jaar december. Mijn geliefde en ik besloten naar de Netflix-serie House of Cards te kijken. Schromelijk laat, wat je zegt. Wat series betreft ben ik geen early adaptor. Zo heb ik nog nooit een aflevering gezien van Game of Thrones. Ik bedoel maar.
We zaten op de bank. Ik drukte op play en daar was ze. Claire Underwood. Claire Underwood met haar blonde, waanzinnig gave korte, pittige kapsel. Ik verzuchtte: ‘Dat wil ik ook.’ En sloeg verschrikt mijn hand voor de mond. Ineens herinnerde ik mij de bakken ellende die over me heen waren gekletterd naar aanleiding van mijn blog. Stel dat iemand die zo’n haatreactie had geplaatst, me zou zien met superkort haar? Dan leek het of ik een knieval had gemaakt. Dan zouden al die zure dames denken dat ze hadden gezegevierd met hun klauwtjes. Dat nooit. Echt nooit.
De volgende dag zat ik al in de stoel bij mijn vaste kapster Merel. Ik toverde een afbeelding van Claire Underwood tevoorschijn. ‘Hm’, hoorde ik Merel zeggen. ‘Hm. Sexy hoor.’ Kijk, dat wilde ik horen. Ze begon opgewekt te knippen en een uur later had ik een kort, pittig en sexy kapsel. Ik hoorde ineens bij de groep die ik ooit zo had beschimpt – alleen een stuk beter verzorgd als ik zo vrij mag zijn.
Sinds ik als Claire Underwood door het leven ga, zoek ik een nieuw lijdend voorwerp als ik mijn dag niet heb. Ik vermoed – nee, ik weet eigenlijk zeker – dat dat zomaar vrouwen van een bepaalde leeftijd kunnen zijn. Vrouwen van 45-plus met lange haren die losjes over hun schouders hangen. Vrouwen die denken dat ze er daardoor jonger uitzien. Wat een misverstand is. Het enige wat ik moet doen is bizarre argumenten bij elkaar schrapen om al die langharige 45-plussers tegen de schenen te schoppen. Puur voor de lol.
Gelukkig kan ik putten uit een lange lijst van vuilspuiterij. De haatreacties op die ene blog, geven me inspiratie voor het leven.
ILLUSTRATIES: MIETZE B