“Mijn vriendin, laat ik haar voor het gemak Lisa noemen, heeft het voor elkaar. Ze leeft haar beste leven op Bali en ik haat haar daar een beetje om. Begrijp me niet verkeerd, ik gun haar het geluk, écht. Maar soms, als ik weer eens de zoveelste Zoom-vergadering in moet terwijl zij gin-tonics nipt bij zonsondergang, knaagt er iets aan me. Jaloezie? Misschien. Of gewoon een verlangen naar wat zij heeft: vrijheid.
Het begon allemaal een jaar geleden. Lisa gooide het roer om, verkocht haar huis, haar auto en alles wat ze niet in één koffer kon stoppen. Ze vertrok naar Bali met een enkel ticket en een hoofd vol dromen. Ik weet nog dat ik haar uitzwaaide op het vliegveld. “Doei, veel plezier daar!” zei ik met een glimlach die net iets te strak was. Want eerlijk, een deel van mij wilde haar gewoon terugtrekken en gillen: “Neem me mee!”.
Nu scroll ik door mijn Instagram-feed en daar is ze weer, stralend in een tropisch paradijs. Yoga bij zonsopgang, vers fruit als ontbijt, surfen op kristalhelder water. En ik? Ik ben hier, in het grijze Nederland, ploeterend door de week alsof ik een hamster ben die maar blijft rennen in dat eindeloze rad.
Soms, als ik weer eens vastloop in een Excel-sheet, moet ik denken aan die keer dat Lisa en ik samen op een festival waren. We hadden net een tent opgezet die meer leek op een ingezakte pannenkoek. We lagen krom van het lachen, met modder op onze gezichten en laarzen die niet meer schoon te krijgen waren. “Dit is leven,” zeiden we toen. Maar nu vraag ik me af: is dit het leven dat ik wil? Of is het tijd om mijn eigen pokébowltent op Bali op te zetten?
En dan is er dat stemmetje in mijn hoofd: “Doe niet zo dramatisch, je hebt het goed hier.” En dat is waar. Maar de waarheid is ook dat ik soms verlang naar meer. Misschien is het die drang naar avontuur, of gewoon de behoefte om uit de sleur te breken. Of misschien, heel misschien, is het gewoon de realisatie dat ik ook een beetje Bali in mijn leven nodig heb.
Dus ja, ik haat haar een beetje, maar vooral omdat ze me laat zien wat er mogelijk is. En misschien, ooit, neem ik haar voorbeeld en kies ik ook voor dat ene enkel ticket. Tot die tijd, Lisa, drink er nog maar één voor mij.”