Alle emancipatie ten spijt, als het over klussen in huis gaat verandert Miriam onmiddellijk in een onuitstaanbaar, hulpbehoevend vrouwtje.
Ik heb een man die alles kan. ‘Dat is handig’ hoor ik je denken en dat is ook zo. Hij vervangt lampen, installeert dakkapellen, schildert muurtjes, tovert tafels tevoorschijn, bouwt badkamertjes, gooit een virusscannertje op mijn pc, presenteert een lekkere Thaise curry op tafel en ga zo maar door. Dat is handig en irritant tegelijkertijd.
Ik ben namelijk van nature ook handig. Echt waar. Ik boor gaatjes waar pluggen in passen. Zet Ikea kastjes in elkaar. Plaats bierviltjes onder wiebelende terrastafeltjes en voor een losse deurklink draai ik ook mijn handjes niet om. In het begin van onze relatie sputterde ik er nog weleens een, ‘joh dat kan ik zelf ook wel hoor’, tegenaan. Maar als je zo’n handige man in huis hebt rondlopen die werkelijk nergens zijn hand voor omdraait, dan word je, ik althans, een beetje lui.Nou ja een beetje lui. Een heel erg veel beetje lui.
Dat gaat zo. Ik constateer dat de wc-bril los zit. In mijn vorige leven dat ik deelde met andere mannen dook ik de gereedschapskist in, haalde ik een waterpomptangetje tevoorschijn, liep ik terug de wc in. Draai draai. Bril vast. Nu zeg ik hardop: ‘De wc-bril zit een beetje los’ en ga vervolgens een beetje voor mij uit zitten te koekeloeren. JP stopt waar hij mee bezig is. Tovert uit zijn kontzak een stuk multifunctioneel gereedschap, duikt de wc in en fikst die bril.
Het is een soort stilzwijgende afspraak tussen ons twee. Iets is kapot of moet in elkaar gezet worden. Ik spreek dat hardop uit. Hij maakt het of schroeft het in elkaar.
Nog een voorbeeld waardoor ik mij achteraf wel voor mijn kop kan slaan. Ik moest vorige week met de auto ergens heen. Kom ik bij de auto. Band leeg. Drie keer raden wie er op de bank ging zitten te mokken met de bijlage van de krant in haar hand en geeneens moeite deed om minstens even te controleren of er misschien een reservewiel aanwezig was? Drie keer raden wie er een blik naar buiten wierp en zag hoe vriendlief een band tevoorschijn toverde en driftig met een krik aan de slag ging om die band te verwisselen? Drie keer raden wie hem na afloop uitgebreid prees? ‘Wat knap van je! Ik wist niet dat jij dat óók al kon!’
Op dat moment, precies op dat moment hoorde ik een stemmetje in mijn hoofd zeggen dat ik echt belachelijk bezig was. En dat het slechts een kwestie van tijd zou zijn dat ik mijzelf met mijn luie huiswijvengedrag tegen zou gaan komen.
Dat moment kwam natuurlijk sneller dan ik had verwacht. Afgelopen weekend wilde ik gaan douchen. Ik stond een beetje in mijn blootje te wachten tot het water warm werd. Na anderhalve minuut was het water nog steeds ijskoud. Bibberend liep ik naar de overloop en schreeuwde naar JP: ‘JP? Het water wordt niet warm’ en ik kroop weer in bed. Ik hoorde mijn vriend heen en weer lopen. Ik hoorde hoe hij in de badkamer de kraan openzette en ik hoorde hem iets met water vullen en mompelen over de bardruk die blijkbaar ineens laag was. Heel even kwam het in mij op om eens te gaan kijken hoe hij dat nou precies deed dat water vullen en die bardruk controleren maar ik lag net zo lekker weer warm te worden in bed.
Vanmorgen stond ik op. JP was al weg. Ik liep naar de badkamer, ja je voelt hem al aankomen hè, deed de kraan open en wachtte tot het water warm werd. Het water was lekker op temperatuur. Ik ging onder de warme straal staan. Sopte mijn haar in met shampoo en toen werd het water steeds kouder en kouder en kouder en kouder. Daar stond ik. Met mijn hoofd vol shampoo te bibberen en te balen. Handig ja, zo’n man die alles kan. Ik ben er alleen zo lui van geworden.
Lees ook: Hoera, robots nemen onze kutklussen over
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!