Dat niemand je gelooft. Dat iedereen denkt: waar rook is, is vuur. Dat je het politiebureau binnenstapt en ze ziet denken: heb je haar weer. Dat je aan jezelf gaat twijfelen.
“Ik ben vrienden kwijtgeraakt. Ik heb financieel geen cent te makken. Ik leef van dag tot dag. Wat moet ik anders?” Ze kijkt me aan en lacht geforceerd. “Gaan liggen en doodgaan?” We zitten in de zon op een terras en drinken koffie terwijl naar haar verhaal luister.
Hoe haar werkgever te horen kreeg dat ze van hem stal. Dat haar vrienden voor haar werden gewaarschuwd. Dat haar auto werd beschadigd. Dingen uit haar huis werden gestolen. Dat pikante foto’s waarvan zij het bestaan allang was vergeten ineens opdoken op social media. Dat ze, toen ze zo’n beetje alles en iedereen kwijt was liefdevol onderdak vond in een geloofsgemeenschap – Ik wilde me gewoon weer mens voelen, geen aangeschoten wild. Dat diezelfde geloofsgemeenschap haar vervolgens liet vallen onder het mom: dit wordt ons allemaal een beetje veel.
Ze haalt haar schouders op en grinnikt: “Zelfs de kerk heeft mij uitgekotst.”
De dader, iemand die ze kende, is uiteindelijk opgepakt. Tien dagen zat hij in voorarrest. Daarna kwam hij vrij, maar kreeg wel een straatverbod. Hoera. Nu wacht ze al meer dan twee jaar op het proces.
Het is niet de eerste keer dat ik met zo’n verhaal word geconfronteerd. Ik dreun zo vier, vijf namen op van vrouwen die jarenlang elk moment van de dag emotioneel verkracht worden. Die zich elke dag in een oorlogsgebied wanen waarin elk moment een scherpschutter op kan duiken. Wat mij elke keer weer woedend maakt is de laksheid van Justitie. Als je als man een indringer in je huis bewerkt met een stuk hout, riskeer je gevangenisstraf. Maar jarenlang een vrouw en haar omgeving terroriseren, wordt door de vingers gezien. Ja, je kan worden opgepakt. En ja, dan riskeer je dat je een straatverbod krijgt en o ja: gevangenisstraf zou ook kunnen. Ooit.
Als ik al vier, vijf namen op kan dreunen van vrouwen in mijn directe omgeving die elke dag weer de moed bij elkaar zien te rapen om de dag door te komen – hoeveel vrouwen kennen wij dan allemaal samen? Wordt het niet eens tijd dat wij een grote dikke vuist maken naar Justitie? Eisen dat stalking niet alleen kei- en keihard, maar vooral onmiddellijk wordt aangepakt?
We rekenen af en staan op. Ik omhels haar. Eventjes staan we stil in de brandende zon. Dan zet ze haar zonnebril weer op. “Zo” zegt ze kordaat. “Ik ga gewoon genieten van deze prachtige dag. Dood ga ik toch wel. Maar niet vandaag.”