Kijk, daar worden we nou vrolijk van. En minder bang om oud te worden. Tachtigplussers leven in het moment, richten zich vooral op belangrijke dingen en piekeren niet over de toekomst.
Op de website van The New York times staat een interessant artikel. Een journalist verdiepte zich in het werk van de schrijvers Marc Agronin en John Leland. De een schreef het boek The End of Old Age over zijn ervaringen als geriatrisch psychiater, de ander interviewde tachtigplussers.
Natuurlijk werden beide auteurs geconfronteerd met de minder leuke kanten van ouder worden – je wordt vergeetachtig en een beetje doof om maar wat te noemen. Je zou dus verwachten dat de schrijvers een negatieve visie op ouderdom ontwikkelden, maar niets is minder waar. Marc Agronin schrijft dat hij door zijn werk in een verzorgingshuis ontdekte dat het leven voor de meeste oudere mensen nog zin en betekenis heeft – ook als ze ziek of gehandicapt zijn.
Als voorbeeld wordt in het artikel de Franse kunstenaar Henri Matisse genoemd, die op oudere leeftijd in een rolstoel terechtkwam. Omdat hij niet meer staand kon schilderen, ging hij vanuit zijn stoel losse velletjes beschilderen en daar collages van maken. Deze papiers gouaches worden tegenwoordig tot de hoogtepunten van zijn werk gerekend.
New York Times-journalist John Leland interviewde een jaar lang zes mensen van boven de 85. Hij zegt dat het zijn kijk op het leven positief heeft veranderd. Oudere mensen leven volgens hem in het moment, richten zich alleen op belangrijke dingen en piekeren niet over de toekomst.
Conclusie: verdiep je in oudere mensen en je maakt korte metten met de vele vooroordelen die bestaan.
bron The New York Times