Een lief oud vrouwtje? Misschien word ik wel een zuur takkewijf

-

Hermien verbaast zich erover dat het woord oud zo vaak in combinatie komt met lief of schattig. Zij acht de kans dat ze op latere leeftijd toch opeens een schattig oud vrouwtje wordt zeer klein.

Wat is dat toch dat ouderen zo vaak het predicaat ‘lieve ouwetjes’, soms zelfs aangevuld met ‘arme’, opgeprikt krijgen? Laat ik duidelijk zijn, ik word ook ouder, dat hoop ik tenminste, en heb zo mijn lieve momenten. Haal het alleen niet in je hoofd om mij ooit, ook al word ik negentig, arm lief ouwetje te noemen. Dat zou volstrekt misplaatst zijn, want ik heb in mijn leven iets te vaak van mij afgebeten om het predicaat ‘lief’ te verdienen.

Niet dat ik altijd zo was hoor, vroeger was ik lief. Meisjes hoorden toen lief te zijn en daar heb ik nog jaren last van gehad. Natuurlijk doe ik nog steeds af en toe aardige dingen voor een ander, maar daar overdrijf ik niet in. Het woord lief past niet bij mij, schattig evenmin. De kans dat ik op latere leeftijd toch opeens een schattig oud vrouwtje word, acht ik daarom zeer klein.

Ik dacht daar tot voor kort niet eens over na. Ook al loop ik tegen de zestig, echt oud worden is nog zo ver weg. Tot ik een theatervoorstelling bezocht met liedjes van Robert Long. Ik was vroeger dik fan van hem en heb destijds zijn elpees grijsgedraaid. Ik hield van zijn snedige teksten, zijn ironie en bijzondere kijk op de maatschappij. Begin jaren negentig verslofte mijn aandacht voor Robert en ergens in die periode heeft hij het voor mij onbekende lied ‘Alleen in Amstelveen’ geschreven. Hierin beschrijft hij het leven van een eenzame oude vrouw, een weduwe, die buiten het wekelijkse bezoek van haar pedicure niemand meer ziet, niemand meer hoort, en met niemand meer contact heeft. Zielig, een beetje een tranentrekker, tot in het refrein de aap uit de mouw komt. De dame was namelijk in haar jonge jaren altijd een takkewijf geweest. De zaal lag plat, ook ik lachte mee.

Toch bleef deze tekst in mijn hoofd nog lang nagalmen. Het zou namelijk zomaar mijn voorland kunnen zijn. Ik ben tenslotte nu ook weduwe, heb net als de vrouw in het liedje een zoon en een dochter. Oké, mijn kids wonen nog thuis en ik heb een hechte band met beiden. Zij denken, en ik hoop, dat die band voor altijd hecht zal blijven. Toch spookt er wel eens een horrorscenario door mijn hoofd.

Stel je voor dat zij een partner treffen die mij niet ligt, iemand die het slechtste in mij bovenhaalt. Wie weet verander ik dan in een feeks, zo’n kreng van een schoonmoeder die het leven van haar kinderen zuur maakt. Stel dat mijn brein daardoor zo vergiftigd wordt, dat zelfs vrienden en vriendinnen afstand van mij nemen waardoor ik steeds minder mensen om me heen heb. Zou ik dan net als die eenzame oude vrouw in Amstelveen eindigen als een takkewijf, eentje die manipuleert, spioneert en de boel tiranniseert, precies zoals Robert Long beschreef?

Word ik dan net als die mopperende oude dame bij de dierenarts die ik in een behulpzame bui een lift aanbood, omdat ze anders haar kinderen lastig moest vallen om die zak voer ’s avonds speciaal voor haar op te gaan halen? De vrouw stortte onderweg een ellenlange klaagzang over haar treurige bestaan met kinderen die nooit tijd voor haar hadden over mij uit. Zou ik ook zo’n moeder worden waar kinderen het liefst zo min mogelijk komen omdat ze altijd zo zeurt?

Of gaat het net als bij die oude dame in het dorp waar een kennis over vertelde. Zes kinderen had ze, allemaal woonachtig op maximaal een uur rijafstand, maar moeders en bezoeken, daar is amper tijd voor. ‘Snap je dat nou, het is zo’n lief oud mensje,’ zei de kennis. ‘Misschien was ze vroeger helemaal niet zo aardig voor haar gezin,’ antwoord ik en hoor Robert Long in mijn hoofd. Want wie weet was zij vroeger gewoon een kreng. Eentje die haar echtgenoot kleineerde, haar kinderen frustreerde, kortom een takkewijf.

Moet ik me zorgen maken? Moet ik in therapie om te leren iets liever of meegaander te worden voor ik straks als eenzaam oudje achter de geraniums plaats moet nemen? Ja, zeggen de kids, die een meegaande moeder wel zien zitten. Maar ik doe het niet, ben jij bedonderd. Ik ga me daar een beetje zorgzaam meegaand en lief zijn. Laat mij maar leuke dingen verzinnen en meemaken. Daarmee trek ik vast lotgenoten aan voor de club van oude leukerds!

Lees ook: Shit, zelfs mijn knieën worden oud (50 dingen die ik denk sinds ik 50 ben)

NIEUW: SAAR CURSUSSEN Hey! Wist je dat we nu ook cursussen hebben? Niet van die niemendalletjes gemaakt door jonge meiden, maar stevige en slimme online trainingen gemaakt door en voor 50+ vrouwen. Kijk hier voor ons nieuwe cursusaanbod.

NU MET 15% INTRODUCTIEKORTING (gebruik bij het afrekenen de code: introductiekorting)

gifgif
Hermien Stok
Hermien Stok
Hermien Stok (57) woont met twee volwassen kinderen, een kwijlende Berner sennenhond en twee jonge katertjes in een dorp onder de rook van Dordrecht. Haar man Eric is een jaar geleden overleden. Hermien is de auteur van vijf kinderboeken en een boek over de verbouwing van haar huis in Slowakije.

RECENTE ARTIKELEN