Een gesprek met je zoon over kleedgeld, zou je zomaar fataal kunnen worden: “Doe effe relaxed, mam.”
- € 60 per maand? Doe normaal. Je bedoelt per week, mam.
- Nibud? Nooit van gehoord. Lijkt me een overbodige instantie.
- Meneer Nibud heeft zelf zeker geen kinderen. En zeker geen kleren. Ni-blut, natuurlijk! Snap je ‘m?
- Maar eh, ik zat te denken aan een paar goeie sneakers. En dat red ik niet met die fooi van € 60.
- Ja ja, ik heb inderdaad nog twee paar sneakers, maar deze zijn focking cool.
- Oké, wil je de prijs echt weten? € 230.
- Ga nou niet zo tekeer. Doe eens relaxed mam!
- Nou eh, mijn halve school stapt er dus in rond.
- Ja, je zegt nu kakschool, maar het was ook júllie voorkeursschool hoor.
- Maar even to the point: hoeveel dragen jullie bij?
- Wacht even: ik kreeg kleedgeld, en jullie zouden mijn jas én mijn schoenen betalen. Waar of niet?
- Nou, dit zijn schoenen. Je mag blij zijn dat ik zelf ook nog wat wil bijleggen.
- Ja maar die twee paar andere schoenen stammen nog uit de zomertijd. Die is nu voorbij. Kijk naar buiten!
- Hoezo ‘het gebeurt niet’? Het is mijn kleedfooi toch?
- Maar eh, als jullie niet bijdragen, dan heb ik helemaal geen geld meer om nieuwe broeken te kopen. En die vind jij allemaal te kort worden, toch?
- Met papa bespreken? Ja, dan mag het zéker niet. Jullie spannen toch samen.
- Maar goed, ik regel het zelf wel. En o ja, ik heb nog een vraagje. Die winterjas van vorig jaar…
- Ja, die dure Airforce inderdaad. En rustig maar, ik weet heus nog wel dat ik er ook deze hele winter in moest lopen. Ik ben niet seniel, ik vergeet zoiets echt niet.
- Maar wat ik wilde zeggen: ik ben ‘m vergeten bij de uitwedstrijd tegen Maastricht. Mag ik geld voor een nieuwe jas?
Lees ook: 50 krankzinnige dingen die je meemaakt als je een puber hebt