Na haar scheiding vertrok Desirée (59) uit haar Gooise villa – en nu is ze zielsgelukkig op dertig vierkante meter in Den Haag. “Die leegte van feestjes, prikjes en volwassen vrouwen die elkaar vriendinnetjes noemen: waar ging dat in vredesnaam over?”
“Laren is mondain. Leuke winkels, fijne restaurants. Ik heb er op verschillende adressen in totaal 32 jaar gewoond en ik was een van die vrouwen die een jurk van driehonderd euro een koopje vond. Er wonen natuurlijk ook ‘gewone’ mensen in Laren, maar mijn ex en ik behoorden tot de welvarende bubbel. Niet de categorie ‘De Mol’, wel vaak op vakantie. Privé-pilateslessen, een personal trainer, uit eten, een tuinman en huishoudelijke hulp. Ik deed wat vrijwilligerswerk en ‘deed’ de kinderen die inmiddels allang volwassen zijn; mijn man had een goedlopende eigen zaak en was kostwinner.
Ik had vriendinnen die het ‘armoede’ vonden om hun eigen haar te wassen, die gingen daarvoor twee, drie keer in de week naar de kapper, om het meteen uit te laten föhnen. Dan maakte ik mezelf wijs dat ik nog best met beide benen op de grond stond, want ik waste mijn haar gewoon zelf. Maar de waarheid is dat ik net zo goed in die luxe bubbel zat. Zonder knipperen voor meer dan honderd euro sushi voor twee personen laten bezorgen, op een doodgewone dinsdag, dat werk.
Mijn bubbel barstte twee jaar geleden toen mijn man out of the blue zei dat hij wilde scheiden. Er was geen ander, hij wilde ‘een ander leven’. Ik had me maar te schikken. Helemaal toen ik erachter kwam dat zijn bedrijf in de coronajaren was ingestort en we grote schulden hadden, onder andere bij de belastingdienst. Ander leven? Mijn hoela, het was gewoon een noodsprong om niet in de schuldhulpverlening te komen. Die leugens, vreselijk. Bizar dat ik hem zo blind had vertrouwd.
Het huis moest worden verkocht om de schulden af te lossen, afgezien van foto’s en persoonlijke dingen zijn ook bijna alle spullen verkocht. Het ging me aan mijn hart, want ik had het huis met veel liefde ingericht. Maar wat moet je met een modulaire bank in negen delen als je die niet meer kwijt kunt? We wisten ons huwelijk af te sluiten zonder schulden met allebei een doorstartkapitaal van ongeveer zesduizend euro en een al wat oudere auto. Het had erger gekund.
Mijn ex ging tijdelijk bij zijn broer in Zeeland wonen, hij trok het verlies in status niet en ‘moest’ weg uit het Gooi. Ik kan niet zeggen dat ik nu stond te springen om met de zestig om zicht met een schijntje verder te moeten, maar na maanden paniek was het wel fijn om zonder schulden verder te kunnen. En het was ook… spannend. Een enorme kans om nog een keer een heel andere draai aan mijn leven te geven. Zij het een kans met beperkingen, want woningen zijn er niet en ik had geen inkomen.
Dat laatste maakte me paniekerig, dus dat kreeg prioriteit. Housesitting en petsitting gaf me een dak boven mijn hoofd en even wat ruimte om te kijken of er nog iemand behoefte had aan een werknemer van bijna zestig met weinig werkervaring. Je zou denken dat er wel iets mogelijk zou moeten zijn, gezien de personeelstekorten, maar sommige uitzendbureaus wilden me niet eens inschrijven.
Via via kwam er toch iets op mijn pad: archiefwerk in Den Haag. En of het zo mocht zijn: iemand daar wist weer iemand die een studio te huur had. ‘Studio’ is in dit geval zo’n dertig vierkante meter, ongeveer mijn keuken in mijn oude huis. Driehoogachter, woonkamer met keukenblok en een poppenbadkamer. De bank klap ik ’s uit tot bed. Zoals mijn dochter aarzelend zei: ‘Een microappartement is best hip.’
Ze vindt het zielig voor me, dat ik nu zo moet wonen. Ik vind het zelf niet erg. Er is nu rust, ik heb zo ontzettend ‘ontspuld’ dat er wat mij betreft voldoende ruimte is. Soms ben ik heel verdrietig over alles wat er niet meer is. Maar dan denk ik: ik heb een dak boven mijn hoofd, er ligt brood in de vriezer, ik heb een veilige plek, wat zeur ik nou?
Het is erg fijn dat ik werk heb, dat er een doel in de dag is. ’s Avonds en in het weekend werk ik soms op afroepbasis in de horeca om nog wat bij te verdienen. Ben ik vrij, dan fiets ik in tien minuten naar het strand. Het is een totaal ander leven dan ik eerder had en ik ben vaak doodmoe, maar ik voel me ook vaak voldaan. Ik hou van het gevoel weer de controle te hebben, na een periode waarin alles los zand was. En ik voel me vrij, er is mentale ruimte in dat tiny appartment.
Door de nieuwe mensen in mijn leven – mijn collega’s, mijn buren – kom ik er stukje bij beetje achter dat er ook wel nadelen zitten in leven in zo’n elitaire enclave als ik lang heb gedaan. Een soort Larense leegte van feestjes, prikjes en volwassen vrouwen die elkaar vriendinnetjes noemen. Ik heb niet het recht om erover te oordelen, want ik maakte er zelf deel van uit. Maar ik denk nu wel: waar ging het daar in vredesnaam over?”