Ellis (55) had zin om alles spullen van haar studerende zoon Leo (18) te verbranden toen hij thuiskwam met schurft.
“Hij had een beetje jeuk. Nou ja, nogal erge jeuk. Vooral ‘s nachts. En onder de douche. En hij was niet de enige in zijn studentenhuis. Ze dachten eerst nog aan vlooien of bedwantsen. Maar volgens dokter TikTok was het schurft.
Mijn eerste buitengewoon onhartelijke reactie was: ‘Blijf daar, kom niet naar huis!’ Moeder van het Jaar zal ik niet worden, ik flipte ook altijd als er luizen op school waren. En sinds we een vlooienplaag, met dank aan de hond, in huis hebben moeten bestrijden, ben ik redelijk hysterisch als het om beestjes gaat. Schurft, dat doet toch denken aan de tijd van woeste armoede en Victoriaanse sloppenwijken. Mijn bloedje! Had! Schurft!
Met mijn eerstgeborene nog aan de lijn googelde ik op mijn laptop en kreeg plaatsvervangend zelf jeuk. Huiduitslag all-over, schurftmijt ‘die tunneltjes graaft onder de huid’ en daar speeksel en poep achterlaat. Heel besmettelijk, zeker bij huid op huidcontact en elkaars kleren dragen.
Lekker dan. Zoon zat in een uiterst gezellig gemengd studentenhuis waar de bewoners altijd op elkaar geplakt zaten, regelmatig elkaars kleren droegen ‘omdat dat beter uitkomt’ en waar bovendien naar hartenlust gesekst werd.
‘Slechte hygiëne heeft er niets mee te maken’ las ik (en dacht daar het mijne van), maar godzijdank bleek het goed te behandelen. ‘Je moet naar de huisarts,’ zei ik. ‘Voor pillen of zalf. Of allebei. En jullie moeten het allemaal samen aanpakken. Echt iedereen, anders blijf je elkaar besmetten.’
Nu heeft Leo in zijn studentenstad nog geen huisarts, zodat ik mijn kind toch met schurft en twee zakken beddengoed en kleding thuiskreeg. Het was voor het eerst ooit dat ie geen knuffel van me kreeg. Sterker nog, ik liep zo’n beetje met Dettolspray achter hem aan. En zat in de auto op weg naar de huisarts en later de apotheek te freaken dat ik ook de auto helemaal zou moeten schoonmaken.
Maar het blijft toch je kind, hè? Ik heb de was op negentig graden gedraaid omdat zestig me niet afdoende leek. En ik heb hem geholpen met insmeren op de plekken waar hij zelf niet bij kon. Had erg met hem te doen, de uitslag zag er echt heel naar uit. En hij bleef een nachtje slapen, als het mocht. Zeg maar eens nee op zo’n moment, terwijl je je man al tersluiks ziet krabben, hoewel je wéét dat ie nog niet besmet kan zijn.
De volgende ochtend stapte Leo, met al een stuk minder jeuk en met wél een afscheidskus, weer op de trein om in zijn studentenhuis mee te gaan doen aan wat men daar de ApocalypSchurft had gedoopt. Alle huisgenoten moesten beddengoed en kleding wassen, de meubels moesten worden gestofzuigd, wat niet kon worden gewassen werd in afgesloten zakken dagenlang in het rommelhok gelegd. Eerdere bezoekers en bedgenoten werden op de hoogte gesteld – ik kreeg appjes dat ze ‘net een leprakolonie’ waren.
Ik durf wel te stellen dat dat huis sinds 1974 niet meer zó schoon is geweest. Iedereen stonk er blijkbaar naar de Permetrine crème, er werd een week niet gesekst (‘de leprakolonie is nu een klooster geworden’). En ik kreeg vrij hilarische filmpjes waarin ze in de gemeenschappelijke ruimte zaten alsof de anderhalve-meter-regel nog gold. ‘We zeggen nu dat we allemaal supergonorroe hebben’ meldde het kind feestelijk.
Na zeven dagen hielden ze een gezamenlijke smeerparty voor de tweede ronde die ook de eitjes en larven moest doden. Die ging gepaard met de nodige drank om het te vieren, iedereen had weer praatjes. Prima – er was geen reden om er extra dramatisch over te doen en ze pakten het echt serieus aan.
Ik trouwens ook: de binnenkant van de auto heb ik nog net niet gesteriliseerd. Alles waar Leo op- en aan heeft gezeten of in heeft gelegen is schoonmaakt of gewassen. Onze kleren ook, ik heb er in mijn waswoede een mooi truitje mee verpest. We hebben als gekken gestofzuigd, gesopt, de hond in bad gedaan en dingen gewassen die misschien helemaal niet hoefden te worden gewassen, maar zekerheid voor alles.
Het is met een sisser afgelopen. Leo’s vel was na twee weken weer puntgaaf en wij hadden ook na zes weken nog geen symptomen. Maar het waren wel zes spannende weken, waarin we elke kriebel onder een felle zaklamp bestudeerden. De stress was niet mis. Als het even kan dit alsjeblieft nooit meer.
Om privacyredenen zijn de namen veranderd.
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!