Arthur weet wat vrouwen geil vinden (hetzelfde als mannen: vieze porno)

-

Qua sex benijdt Arthur van Amerongen (58) de 50+ vrouw niet: “Het mannenaanbod is bedroevend. Ergens in de polder staat een fabriekje dat genderloze kneuzen uitpoept. Kleffe ventjes die slijmen en draaien.”

Ik schrijf nooit over sex. Ik lees ook nooit over sex. Ondeugende boeken zijn aan mij niet besteed. Ik vind het moeilijk te accepteren dat er mannen zijn die al dan niet verzonnen erotische capriolen van oude meisjes verslinden. Tenzij die kerels de quasi-geile verhaaltjes verplicht moeten voorlezen in de echtelijke sponde, voor ze mogen neuken en snurken.
Het is vrijwel altijd poezelige, beroerd gestileerde lectuur en net zo opwindend als de workshop dildodraaien van de Libelle Zomerweek.

Als ik geil ben, kijk ik naar porno. Naar vieze porno, en dus niet naar politiek correcte vrouwvriendelijke porno. Ik ken geen vrouw die daar opgewonden raakt. Mijn ervaring is dat vrouwen precies dezelfde porno als ik leuk vinden, al ontstaat er weleens een lacherig sfeertje als er gezamenlijk naar een film in het genre dogfart wordt gekeken: een volledig team zwarte basketballers dat een white trash juffrouw in haar caravan op het trailerpark visiteert.

“Jawel”, riep ik eens, “maar ik ben veel hoger opgeleid!”

Vroeger stonden keurige bioscoopgangers van progressieve huize in de rij voor de soft-erotische pulp van schoolmeisjesschender David Hamilton, met vaseline op de lens en die afgrijselijke soundrack van Francis Lai. Toen gold dat als verantwoorde policor-kunst maar voor mij was het ordinair fapinspiratie, net als een willekeurige Tiroler-seksfilm.
Als manisch masturberende puber raakte ik zelfs opgewonden van de lingerie-afdeling van de Wehkamp en de Ter Meulen Post. Die laatste catalogus was pas echt treurig want daarin stonden alleen getekende ondergoedmodellen, en dus geen levensechte dames in vleeskleurige corsetten zoals in de Wehkamp. Ik fapte, net als mijn literaire held Alexander Portnoy, in de sokken van mijn zus en desnoods in het corset van mijn oma. Dat hoort erbij, bij the coming of age, alleen hield het masturberen bij mij nooit meer op.

Vrouwen vinden het prettig als ik schaamteloos ruk waar ze bij zijn.

Het was zelfs een poosje een truc van me: als een vrouw niet wilde neuken terwijl we wel naakt in bed lagen en de heavy petting er al ruimschoots op zat, begon ik gewoon te sjorren en daar raakten (en raken) veel vrouwen heel opgewonden van. Ze werden dan deel van een ritueel dat de meeste mannen in alle stilte en anonimiteit uitvoeren (afgezien van de circlewankers).
Die truc werkte vooral goed in Israël – waar ik jaren correspondent was – bij gescheiden vrouwen van forty and fifty something. Het zal te maken hebben met de machocultuur van het land. Kerels met een oerwoud van haar op de rug die het liefst uren pompen en om de haverklap brullen: “Kom klaar & zeg dat ik de beste ben.”
Ik ben liever lui dan moe en ik vind het zonde van mijn tijd om als een maanzieke te liggen rampetampen, enkel en alleen om indruk te maken. De noodgreep van mijn masturbatietruc werkt dus prima in landen waar mannen onanie in het bijzijn van een vrouw een seksuele tekortkoming en aberratie vinden, nog erger en zieker dan homoseksualiteit.

Meisjes uit islamitische culturen werden ziedend als ik in hun bijzijn begon te masturberen. Meestal uit verveling want, en ik druk me voorzichtig uit: sex is uitgevonden noch verbeterd in het Midden-Oosten en voor de vrouw in het beste geval een noodzakelijk kwaad met enige materiële vooruitzichten. Als je dan gelijk de Bijbelse held Onan (Genesis 38: 8-10) je zaad in huns aanschijns verkwanselt, voelen ze zich vernederd. Eens stroopte ik ondanks mijn latexfobie een kapotje om en toen riep het Palestijnse meisje waarmee ik bed lag: Wat? Een condoom? Rot op, ik heb geen ziektes, ik ben toch geen hoer!

’s Lands wijs, ’s lands eer, zou mijn mama zaliger zeggen.

Enfin, na jaren correspondentschap in Israël en Libanon verhuisde ik godzijdank naar Zuid-Amerika. Paraguay en Brazilië waren één groot zinderend ongecompliceerd lustoord en een verademing na de neuroses van de Levant. Brazilië was voor mij het summum van geilheid en erotiek. Het begon ooit met het hopeloze geschuifel op de broeierige bossanovaplaatjes van Sérgio Mendes, op de treurige klassenavonden van mijn middelbare school op de Veluwe.
In Paraguay propten vrouwen van mijn leeftijd zich in knalroze petticoats en piepkleine shirts waar de borsten aan alle kanten uitpuilden. Mollige kantoormeisjes in minirokken en half dichtgeknoopte bloesjes flaneerden in de lunchpauze door Palmastraat, de hoofdstraat van Asuncion. En allemaal zaten ze lekker in hun vel, zo mollig en dik als ze vaak waren. Flirten is daar een dagtaak, iedereen doet het met iedereen en de gulle lach wordt ook tijdens de daad niet geschuwd. Na zes jaar Zuid-Amerika verhuisde ik naar de Algarve, en daar is de sex evenmin als in het Midden-Oosten, uitgevonden noch verbeterd.

In mijn wekelijkse column voor de Volkskrant schilder ik mij af als een eenzame masturbant in mijn mannengrot in de Algarve, omringd door een roedel meisjeshonden. Dat is natuurlijk verdichting, want ik heb best weleens sex. Maar ik schrijf niet over sex omdat ik niet weet hoe dat moet.

Vroeger had je de Slechte Sex Prijs van het Belgische weekblad Humo. De laatste uitreiking dateert helaas alweer van tien jaar geleden. Een van de genomineerden was Marieke Groen, met een fragment uit haar roman Koortsgloed: ‘Mijn handen grijpen naar Omars heupen voor houvast, ik zuig hem af op het ritme waarmee Leif me neukt. Ik ben een vleesgeworden palindroom, lippen van boven en lippen van onderen. (…) Alle vooroordelen zijn bevestigd en het zal me een worst wezen.’

Marcel Möring was ook op dreef in zijn roman Dis: ‘En daar, op het moment suprême (want dat is het wel) hoort Marcus Kolpa zijn sperma het scherm raken. SPLAT! (Ja, dat hoort hij echt.) Het spat in het gezicht van de nieuwslezeres, tussen haar ogen, en druipt dan als een uitzakkende kwak verf over haar neus, haar mond, naar beneden, langs haar hals. Het is een epifaan moment.’

Nederlandse vrouwen van mijn leeftijd hebben het niet makkelijk qua sex. Het mannenaanbod is bedroevend. De Nederlandse man is failliet. Misschien dat mijn wekelijkse stukjes juist daarom zoveel troost en hoop bieden.
Ergens in de polder staat een fabriekje dat genderloze kneuzen uitpoept, sukkels met vlassige baardjes die zich doodslijmen bij feministes van Bij1 en de Joop. Rare kereltjes die in een kort rokje voor een hip café op de Amsterdamse Nieuwmarkt tegen verkrachting demonstreren, en vóór genderneutrale toiletten. Wees dapper en doe dat tijdens de vastenmaand voor een moskee in Amsterdam-west, denk ik dan, stelletje gekke mietjes. Uiteindelijk willen die kleffe ventjes met hun geslijm en gedraai gewoon de radicale feministes in bed krijgen. Leer mij de man kennen.
Mijn ervaring met vrouwen, en vooral die van mijn leeftijd is, dat ze het heerlijk vinden dat ik me tegenover hen net zo gedraag als tegenover mannen. Vrouwen zijn in de regel gefascineerd door male bonding en andere, lockerroom-achtige kwesties en vinden het heel vervelend als mannen het op een feestje of een borrel heel duidelijk over sex en voetbal praten en onmiddellijk van onderwerp veranderen als er vrouw bij komt staan. Vaak zijn dat brave D’66-tweede-leg-mannetjes, met bruine puntschoenen en een hip colbertje en een bont shirt met een kek motief en veel te lang haar voor hun leeftijd (coupe Matthijs van Nieuwkerk).

Met Rob Hoogland, de nestor van de Nederlandse columnisten, had ik een maandelijkse rubriek in HP/de Tijd, getiteld Foute Jongens. Ik schreef hem eens: ik denk dat wij schandelijk gefaald hebben als man. We hebben nog nooit een vrouw gemept of bepoteld, altijd een ruikertje meegenomen bij een afspraakje, deuren voor ze opengehouden, keurig gebeft terwijl onze hoofden er soms niet naar stonden en nu lopen onze vrouwtjes weg met mohammedaanse Cro-Magnonmannen en knuppelende Fredjes Flintstones.  Stank voor dank, vriend.
Met de wijsheid die ik nu heb, durf ik daaraan toe te voegen dat ik mijn masturbatietruc de meest vrouwvriendelijke vorm van sex is die er bestaat.

De Nederlandse Kama Sutra-prijs win ik er niet mee, maar ik zal ook nooit eindigen in de #MeToo-hel.

Arthur van Amerongen (58) is journalist, columnist en schrijver. En single.

Pssstt… Wist je dat we ook een tijdschrift hebben? Neem een abonnement of koop een los nummer om te kijken wat je ervan vindt.

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN