Maar liefst dertig kinderen in je klas, geen assistent en geen overblijfmoeder die je helpt. Ga er maar aan staan. Anne is dol op haar baan, maar de werkdruk ligt voor haar echt veel te hoog.
“Oh wat heerlijk, werken in het onderwijs. Dan heb je lekker veel vakantie.’ Dat is de meest gehoorde opmerking op feestjes, als ik vertel dat ik voor de klas sta. Nou, die vakanties zijn inderdaad heerlijk. Vooral omdat ik tegen de tijd dat er weer een herfst-, kerst-, voorjaars- of meivakantie aanbreekt, ben uitgeteld en hoognodig moet bijtanken.
En ja, dat vind ik vreselijk om toe te geven en het klinkt behoorlijk ouwewijverig. Alsof ik mijn baan eigenlijk niet leuk vind. Dat is niet zo: ik voel me geen oud wijf en geniet al veertig jaar van mijn baan. Toch voel ik aan alles dat ik op begin te raken. Het idee dat ik nog jaren zo door moet, daar kan ik bij vlagen echt paniekerig van worden. Hóe dan, denk ik op zo’n moment.
Iedereen die mij benijdt vanwege mijn vele vakanties zou ik willen zeggen: ga ook eens een dagje voor een overvolle klas met 8-jarigen staan. Zonder klassenassistentes, want die zijn allang weg bezuinigd. En ook in de pauze, want ook de overbijfmoeders zijn verdwenen. Dertig kinderen die allemaal aandacht vragen en verdienen. Door de grootte van de groep alleen al wordt de werkdruk fiks opgeschroefd en je bent niet alleen de juf die helpt met rekenen, taal en aardrijkskunde. Je bent de juf die ruzies sust, kinderen troost en opvoedt. De juf die ze zelfvertrouwen, respect voor anderen en doorzettingsvermogen bijbrengt.
Ik heb pleinwachttaken, geef les en vergader me suf. Die vergadercultuur is echt niet alleen iets voor het bedrijfsleven, in het onderwijs zijn ze er ook dol op. Net als rapporteren. Elke dag rapporteer je bij elke les wat je hebt gedaan en hoe lang het heeft geduurd. Verder bestook je de kinderen met toetsen. Daar schrijf je natuurlijk weer verslagen van, en dan zijn er ook nog de rapporten. Mijn lessen bereid ik ‘s avond voor of in het weekend.
Dat vergaderen plus alle administratieve rompslomp – het is niet de reden waarom ik juf ben geworden. Dat zijn de kinderen. Zij zijn het die mijn werk zo mooi maken. Zij gaan me aan het hart, verdienen goed onderwijs en een leerkracht die er voor ze is. Daarom ben ik blij dat de overheid onze schreeuw om hulp eindelijk heeft gehoord en meer geld vrijmaakt. Het heeft wat tijd gekost, maar samen met de FNV en andere vakbonden is het gelukt om de overheid wakker te schudden om onze situatie te verbeteren wat betreft werkdruk: een klassenassistent erbij en een fatsoenlijke overblijfmoeder – dat heb ik nodig en dat is nou net het verschil waardoor iemand als ik op adem kan komen en het werk met plezier volhoudt. We zijn er nog lang niet, want ook naar de salarissen moet de overheid nu eens goed kijken, maar het is een eerste stap.”
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met de FNV, de grootste vakbond van Nederland. Werk is in beweging. Maar welke kant op? Meer dan 1 miljoen leden van de FNV maken zich hard voor echte banen. Sta ook op en doe mee. Ga naar Zo werkt Nederland.