Zijn net je kinderen het huis uit, staan je ouders op de stoep. Eva’s (54) vader van 85 was altijd al eigengereid en wars van conventies, maar zijn gedrag lijkt steeds extremer te worden. Eva doet haar best om er voor hem te zijn. Maar gemakkelijk is het niet. Door Eva-Marie Smeets
‘Ik weet niet of ik moet huilen of moet kotsen,’ appt Erik, mijn jongste broer. Anneke, hoofd van de verpleging van het zorgcomplex waar onze vader van 85 zelfstandig woont, had hem gebeld. Ze vertelde dat pap bij het douchen hele verhalen ophangt over de porno die hij ’s nachts heeft gekeken; de jonge verpleegsters komen nu niet meer. Dat pap in bijzijn van de verpleging in de wasbak plast en dit dan schoonmaakt met een nagelborstel. Dat pap zich niet laat douchen en op bed blijft, waar Tineke van Thuiszorg hem al slapend zijn steunkousen aantrekt.
Mijn broers en ik gooien onze agenda’s leeg en stappen in de auto. Twee uur later zitten we op de bank, papa tegenover ons in zijn leunstoel. Vanachter zijn vintage leesbril lijken zijn ogen wel vijf keer groter.
‘Vieze ouwe man,’ hoor ik mezelf zeggen. ‘Wil je helemaal alleen eindigen?’
‘Nou, nou.’ Hij raapt zijn sigaar op van het tapijt. ‘Ik kan me dat allemaal niet herinneren.’
‘Iedereen heeft het beste met je voor, pap.’ Erik veegt een traan weg.
Hugo, mijn op-een-na jongste broer, gaat staan. Hij slaat zijn armen over elkaar. ‘Zo wil ik me jou later niet herinneren.’
Mijn vader smakt op zijn sigaar. ’Tja, er is altijd wel losse communicatie met de verpleegsters. Heel spontaan.’
‘Voor mij is een grens bereikt,’ zegt Hugo. ‘Dit zijn wel de mensen die jou helpen. Je moet je schamen dat ze zich niet veilig voelen bij jou in de buurt.’
‘Jullie overdrijven altijd zo. Ik heb ook geen hulp nodig bij het douchen. Kan ik zelf.’ Er hangt een dik rookgordijn tussen ons.
‘Maar je doet het niet, pap,’ zeg ik.
‘Niet vaak, nee. Ik ben daarna altijd volledig uitgeput. Maar gelukkig is het ook niet nodig.’