Toen Marieke ontdekte dat het geld van haar vader na zijn overlijden naar zijn veel jongere vrouw zou gaan, was dat een klap in haar gezicht. Er zat maar een ding op: ze moest er met haar vader over spreken.
“Pap, wil je me vertellen hoe je het hebt geregeld als je doodgaat?” Het is het moeilijkste gesprek dat ik ooit met mijn vader (78) heb gevoerd. We hebben een goede band, lachen veel, drinken koffie op terrasjes, maar echt praten doen we zelden.
Ik moest hem dit een keer vragen. Mijn vader heeft best wat geld verzameld in de loop van zijn leven, ik weet niet hoeveel, maar er is na zijn dood zeker een paar ton te verdelen. Er bleef wat over van de verkoop van ons ouderlijk huis nadat hij van mijn moeder was gescheiden. Hij maakte een fijne klapper op het huis waarin we daarna woonden. Samen knapten we een huis in België op dat met veel winst weer is verkocht. Ik ging er daarom van uit dat mijn broer en ik een mooi bedrag zouden erven.
Economische eenheid
Maar toen kwam hij een paar jaar geleden zijn grote liefde tegen, zeventien jaar jonger dan hij, moeder van drie kinderen. Kort na hun kennismaking zei Astrid haar baan op. Ze kochten al snel samen een huis, trouwden en werden een economische eenheid. Ik hoopte dat ze lang en gelukkig zouden leven.
En toen bekroop me ineens een schrikbeeld: wat als mijn vader zou overlijden en de hele erfenis naar zijn vrouw zou gaan? Als het zover was zou ik hem niet meer kunnen vragen waarom. Ruzie rond de doodskist – dat beeld werd steeds sterker en ik moest er gewoon met hem over praten.
Gemeenschap van goederen
Dus daar zaten we, op het terras van een pannenkoekenhuis. Ik stelde mijn grote vraag, hij ademde diep en zei: “Het is standaard geregeld. We zijn in gemeenschap van goederen getrouwd, Dus als ik overlijd gaat alles naar Astrid – en als zij overlijdt gaat alles naar haar en mijn kinderen.”
Ik sloot mijn ogen om dit allemaal voor me te zien. Astrids drie kinderen zijn eind twintig. Ze dromen van samenwonen, koophuizen en baby’s. Als Astrid na papa’s overlijden nog zo’n vijftien tot twintig jaar leeft, heeft ze alle tijd het geld uit te geven aan haarzelf, haar kinderen en kleinkinderen. Tegen de tijd dat zij sterft, is het afwachten of er nog iets over zal zijn voor mij en mijn broer.
Ik voelde de grond onder mijn voeten wegvallen, daar op dat terras. En was zo overdonderd dat ik van onderwerp veranderde,
De volgende dag werd ik overstuur wakker. Ik kon niet meer stoppen met piekeren. Als Astrid op haar 88e overlijdt ben ik 74 en zijn mijn kinderen 36 en 38. Die hebben dan hun koophuis zonder hulp van mijn erfenis gekocht. Zelf heb ik er ook niks meer aan – tegen die tijd hoef ik geen weekendhuisje in Friesland of droomreis meer. Daar komt bij: tegen de tijd dat Astrid overlijdt is dat geld natuurlijk allang op.
Puur vergif
In een nacht veranderde mijn goede band met mijn vader en zijn vrouw in puur vergif. Ik zag voor me hoe ik via social media zou vernemen dat haar kinderen in een schattig huisje waren getrokken met behulp van mama. Nieuwe kinderwagens op Insta, tripjes naar Londen, etentjes, weekendjes weg – allemaal van mijn vaders geld.
Bovendien: hoezo trouwen in gemeenschap van goederen? Mijn vader leerde mij nota bene dat je altijd goede afspraken moet maken over geld. Als ik ging samenwonen drong hij aan op een samenleefcontract, ging ik trouwen, dan moest ik alles goed regelen. Liefdes komen en gaan, zei hij, leg daarom vast wat van wie is. Zo heeft hij me opgevoed en kijk nou eens.
Dagenlang werd ik woedend en verdrietig wakker. Waarom had mijn vader mij min of meer onterfd? Want zo voelde het: alles gaat naar zijn nieuwe gezin en als ik mazzel heb krijg ik een fooi. Achteraan aansluiten.
Emotioneel gesprek
Vriendinnen gooiden olie op het vuur, ook al bedoelden ze het goed: waarom denk je dat Astrid per se wilde trouwen?, vroegen ze. Gemeenschap van goederen – dat was natuurlijk haar idee. Had ze hem ook zo leuk gevonden als hij arm was geweest? Hoezo stopte ze meteen met werken toen ze hem leerde kennen? Denk je echt dat ze niet weet hoe het zit? Tuurlijk wel, dit was aldoor haar bedoeling. Met een gepijnigd gezicht hoorde ik het aan, deze kant wilde ik niet op, zo wilde ik niet denken.
Ik sprak nog een keer met mijn vader. Deze keer heel emotioneel, ik kon niet meer stoppen met huilen. Ik legde uit dat ik me aan de kant gezet voelde, dat het voelde alsof hij meer gaf om zijn vrouw en haar kinderen dan om mij en mijn kinderen. Hij wist zich er geen raad mee. Hij bleef zeggen: dit is de standaardregeling, ik wil het zo houden. Ik probeerde hem duidelijk te maken dat een erfenis ook een reflectie is van de band die je samen hebt en dat hij met deze erfenis zei: jij betekende veel voor me, maar toen kwam er een vrouw met andere kinderen en die gaan nu voor.
Ik begon te denken dat hij teleurgesteld was in mij, dat die jongere kinderen nog lekker veel potentie hadden en dat dat veel sexyer was dan een dochter van 53 met puberkinderen. Ik vroeg hem zelfs of het ging om mijn man, die in zijn ogen wel wat harder aan zijn carrière had mogen trekken, of we daarom gekort moesten worden. Het was het allemaal niet. We kregen discussies over zijn bezit van voor zijn huwelijk waarna ze alles op een hoop hadden gegooid. “Laat me dan op zijn minst een deel van het geld van vroeger na,” zei ik. Waarop hij verstarde en het op een zwijgen zette.
De volgende afspraak verliep net zo. De vierde keer werd hij boos en riep: “Je zegt dat het niet over geld gaat, maar ik denk van wel.” Dat was natuurlijk waar. Ik dacht dat het niet over geld ging, maar de enige oplossing was wel geld. Ik wilde met hem naar een expert en de situatie voorleggen en horen wat een redelijke verdeling zou zijn. Dat weigerde hij: “En dan moet ik zeker gaan doen wat die man zegt? Nee, daar ga ik zelf over.” Dat begreep ik ook wel weer.
Jurist inschakelen
Radeloos ging ik naar huis. Het voelde als een nachtmerrie. Ik maakte een afspraak met een jurist. Ik wilde weten hoe we dit op een bevredigende manier konden oplossen, een gangbare manier waarbij aan iedereen recht wordt gedaan, ook aan Astrid en haar kinderen. Na een lang huwelijk tussen je ouders is het logisch dat alles naar de langstlevende gaat. Samen hebben ze hun leven opgebouwd, huizen gezocht en verkocht, allebei zijn ze ongeveer even oud – dan klopt de wet. Maar nu niet, vond ik. Wat zou een deskundige adviseren?
De jurist legde het haarfijn uit. Als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd werkt het inderdaad standaard zo: de vrouw krijgt de helft, de andere helft wordt verdeeld over zijn en haar kinderen, en de vrouw ontvang over die helft ook een kindsdeel. De helft wordt in ons geval dus verdeeld over zes mensen: Astrid, haar drie kinderen en de twee kinderen van mijn vader. Als mijn vader zou zeggen: mijn geld wil ik verdelen onder mijn eigen kinderen zou het drie keer een derde van de helft zijn. Zou er totaal zes ton te verdelen zijn, dan krijgt de echtgenote drie ton plus een ton kindsdeel, en ontvangen mijn broer en ik ieder een ton. Wij ontvangen overigens niet meteen ons kindsdeel. Dat blijft bij de langstlevende. Zij mag daar officieel niet aankomen, maar dat gebeurt volgens de jurist in de praktijk altijd wel.
Het ging dus wel degelijk over geld. Ik had een bedrag in mijn hoofd dat ik wilde ontvangen bij mijn vaders overlijden. Dat voelde niet prettig, want het is uiteraard zijn geld en daarmee mag hij doen wat hij wil. Ik ben een grote meid, met een koophuis en een baan. Ik moet voor mezelf zorgen. Aan de andere kant: ik had zoveel verdriet.
En nog iets veel ergers: haatgevoelens. Ongezonde, gekmakende haat voelde ik. Dat beeld Astrid als weduwe, in die villa terwijl ze plannen maakte voor leuke reisjes en gezellige etentjes met haar kinderen. Van zijn geld, van mijn geld. Het idee dat ik me daar na zijn overlijden mee bezig zou houden, maakte me bang. Elke eerste zondag van de maand bij haar op de koffie, om haar eraan te herinneren dat ze goed op mijn centen moet letten. Facebook openen, daar zit ze, in een villa in Toscane met haar kinderen en kleinkinderen. Ik moest dit voorkomen wilde ik geen verzuurd oud wijf worden. En daarvoor moest ik mijn vader een concreet voorstel doen.
Kindsdeel
Op een zonnige middag gooide ik een thermoskan koffie en een appeltaart in mijn fietsmand en ontmoette mijn vader in het bos. Bevend van angst vertelde ik hem over mijn bevindingen, ik had geen idee hoe hij zou reageren op mijn voorstel. Ik wilde een derde van de helft (mijn kindsdeel) en wel meteen bij zijn overlijden. “En dan is het opgelost?” vroeg hij. “Ja,” zei ik, “dan zijn mijn gevoelens weer op hun plek.”
Hij staarde even voor zich uit en zei dat hij erover na zou denken. Ik denk dat hij er de volgende dag meteen mee aan de slag is gegaan. Een paar weken erna belde hij me op en zei: “Het is geregeld.”
Ik was verbijsterd. Dat mijn vader zo over zijn ego heen is gestapt, toestond dat ik me met zijn financiële keuzes bemoeide, dat hij de afspraken die hij met zijn vrouw had gemaakt, heeft veranderd – daar heeft hij veel moeite mee gehad, dat weet ik zeker. Ik heb hem heel erg bedankt, maar nog niet genoeg – dat ga ik de komende jaren nog veel vaker doen. Ik hoop nog steeds dat hij zijn geld voor zijn dood opmaakt, dat zou ik het allermooist vinden. Ik voel geen haat meer. In één keer was alles weer goed, ook tussen Astrid en mij. Ze is net oma geworden en de kinderwagen is aangeschaft, maar het doet geen pijn meer.
Nooit meer iets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en je krijgt wekelijks een verzameling van de beste stukken, updates over de podcast en de beste aanbiedingen van Saar in je mailbox!