Miriam droomt van slootje springen, bomen klimmen en achter vlinders aanrennen

-

Langzaam maar zeker wennen we aan onze situatie. Houden we elkaar op anderhalve meter afstand. Blijven we thuis. Gloort er ergens weer een klein beetje hoop aan de horizon.

In het begin van deze crisis werd ik vaak badend in het zweet wakker vanwege de nachtmerries die mij teisterden. Om vervolgens te beseffen dat die nare droom echt bleek te zijn waardoor ik in een paniekaanval terecht kwam. Inmiddels is dat gelukkig voorbij en voel ik een sprankje hoop.

Ik word wakker als de zon opkomt. Niet vanwege de zon, we hebben verduisterende gordijnen, maar omdat er al bij het eerste straaltje licht er een vogeltje heel hard begint te fluiten. En ik weet dan dat het een kwestie van tijd is of dat ene vogeltje wordt bijgestaan door heel veel andere vogeltjes en ik liggend in bed kan gaan genieten van een gratis concert. Af en toe zit daar een rare vogel tussen die solo gaat maar die onmiddellijk wordt teruggefloten door de anderen. Van een melodieus geheel verandert mijn privéconcert dat mijn slaapkamer inrolt dan in luid maar vooral vrolijk gekwetter.

Ik denk dan aan hoe het was om een klein Miriammetje te zijn. Hoe het voelde om slootje te springen. Een klein aanloopje. Een bonkend hartje. Mezelf afzetten en maar hopen dat ik de overkant haalde. Of hoe het was om in die ene hoge boom te klimmen. Hoe ik mezelf van een tak liet glijden die door mijn gewicht langzaam maar zeker bijna tot aan de grond boog? Of hoe we met kinderen uit de buurt naar een braakliggend landje gingen om daar te spelen. Hoe spannend het was als we daar na veel geklauter door een stromende beek aankwamen en ontdekten dat de boer daar zijn (boze) koeien op los had gelaten. Hoe we op datzelfde landje met zijn allen achter vlinders aanrenden? Die waren er volop. Waar zijn ze gebleven?

Van zure regen had nog niemand gehoord. Een gat in de ozonlaag? Wat was in hemelsnaam een ozonlaag? Ergens was een koude oorlog aan de gang. We waren bang voor De Russen. Franco was nog aan de macht. In het Midden- Oosten was er altijd wel wat aan de hand. We kregen een autoloze zondag. Elke winter konden we schaatsen. Ik maakte een werkstuk over paddenstoelen en waarom je die niet mocht plukken. We aten eten van het seizoen. Rechtstreeks van het land. Kiwi’s? Avocado’s? Daar had niemand van gehoord. Aan het einde van een warme zomer waren er soms perziken te verkrijgen. Rijke mensen hadden twee auto’s. Gewone mensen hadden er geen of eentje. We belden vanuit de telefooncel. Stuurden elkaar ansichtkaarten vanaf ons vakantieadres. We schreven brieven naar elkaar. Wie had ooit kunnen voorspellen dat wij verslaafd zouden gaan worden aan plastic? Dat er ooit een tijd zou komen dat het voor iedereen mogelijk was om te reizen? Dat je voor een paar euro de oceaan over kon vliegen? Dat je nutteloze dingen zou kunnen bestellen uit China en dat er dan iemand dat pakketje aan je deur af zou gaan geven?

Vanmorgen lag ik te luisteren en ineens drong het tot mij door dat ik nog nooit zoveel vogels had horen zingen. Misschien waren ze er altijd al wel en vond ik dat zo vanzelfsprekend dat ik ze nooit echt had horen zingen. Of misschien is het waar wat ze zeggen. Kloppen de berichten dat men nu al ziet dat de natuur zich aan het herstellen is. Worden we met zijn allen wijzer en komt er ooit een dag in de lente dat we onze kleinkinderen achter vlinders aan zien rennen.

Lees ook: Een kleine teleurstelling op een zondagse dag

gifgif
Miriam Mars
Miriam Mars
Miriam (54) woont samen met JP en Kater Koos ergens in Brabant. Naast haar werkzaamheden als ZZP'er, werkt ze ook parttime voor een golfschool. Sinds 2021 is ze, naast moeder van twee volwassen kinderen, oma van Jan. Als de in Dubai woonachtige Jantje met zijn ouders in Nederland is laat ze alles uit haar handen vallen voor hem en is ze onbereikbaar voor iedereen. Meer weten? Op Instagram miriammars1968 laat ze alles zien. Nou ja. Bijna alles.

RECENTE ARTIKELEN