26 dingen die ik denk als ik mijn adressenboek door blader

-

Marjolein heeft nog zo’n ouderwetse, eentje die zeker 25 jaar oud is en waar ze liters Tipp-ex in gesmeerd heeft. Want 25 jaar, dat zijn nieuwe maar ook doodgebloede vriendschappen, verloren liefdes, grootmoeders die er niet meer zijn, vrienden die verkering kregen, trouwden en weer scheidden

Zo’n adressenboek, dat is een document van een leven in relaties. Een kleine greep uit het ABC van het mijne.

A – Antoniusziekenhuis. Waarom staat dat erin? Belde ik met de receptie voor een kletsje? Oh, wacht. Drie kinderen met amandelen en buisjes, dat wil wel.

B – Ah, die leuke vrouw met die prachtige kinderen en die hufter van een echtgenoot. Gescheiden, inmiddels. En weggetipp-ext. Was het voor haar ook maar zo makkelijk om hem uit haar leven te krijgen, want hij knijpt haar nog steeds helemaal uit.

C – Die klasgenoot die verhuisde naar Canada. En toen Chili, Mexico en Italië. Zijn laatste adres heb ik er niet meer tussen kunnen krijgen. Ik app hem wel.

D – Die is dood. En die ook. Hij veel te vroeg, zij eerlijk gezegd wat aan de late kant. 

E – Vriendin E woont gewoon al 30 jaar in hetzelfde huis. Fijn, dat soort mensen. 

F – Dat rotjong uit de klas van de oudste. Eerst soort van vrienden, daarna heeft hij oudste een jaar lang het leven zuur gemaakt. Hup, dikke zwarte stift eroverheen. Misschien fiets ik vanavond laat nog even met die stift naar dat huis…

G – Het adres van ouders van een studievriendin. Ze wonen er niet meer, maar wat een geweldige etentjes hebben we daar gehad. Ze zouden onder de B van Bourgondiërs moeten staan. 

H – Vriend H woont nu nog maar in zijn eentje in dat grote huis. Zijn ex legde het met haar baas aan. Een vrouw. Dan wordt je huwelijk proberen te redden wel erg ingewikkeld.

I – I is leeg. Over de enige naam die er stond is een vrolijke sticker geplakt. Een veel te vrolijke sticker voor de liefdesverdriet die ik om I had. En het werkt toch niet, ik weet het adres nog steeds. Al woont hij er allang niet meer.

J – Werkelijk geen idee wie die J is. In Kockengen? Het is mijn handschrift, dus ooit heb ik hem gekend. Even bellen, anders slaap ik vanavond niet. Nummer niet bekend. Aarrgh.

K – Mijn karateschool. De mooiste dojo van Nederland. Helaas nu dicht, want de verhuurder verdrievoudigde de huur. Hij heeft overigens nog steeds geen nieuwe huurder gevonden, haha, geldwolf.

L – Het adres van onze buren? Dat weet ik toch zeker wel? Met telefoonnummer? Als ik ze wil spreken, ga ik wel over het tuinhek hangen.

M – Niet trots op deze. Een oude vriendin die ik geghost heb. Gek hoe je op school onafscheidelijk bent, maar jaren later opeens merkt dat je iemand al maanden niet gesproken hebt. En je dat eigenlijk niet zo heel erg vindt.

N – De meest recent opgeschreven adres: het studentenhuis van oudste. 

O – De oppas. Drie nummers, geen namen. Ze waren alledrie lief, dus wie we aan de lijn kregen maakte ook niet zoveel uit.

P – Oef, vier namen op een rij van mensen die al jaren dood zijn. Twee oude tantes, een studiegenoot, een oma. Leuke mensen gaan altijd te vroeg, ook al zijn ze 83.

Q – Stamkroeg uit mijn studententijd! Toen we nog geen mobieltjes hadden en naar de bar belden om te vragen of de bitterballen alvast in het vet konden, omdat we honger hadden en we zo op de fiets stapten.

R – Mijn ouderlijk huis. Ze wonen er sinds mijn 5e, maar eind dit jaar gaan mijn ouders verhuizen. Stoepranden, slootje springen, verstoppertje spelen, voetballen: wat heb ik niet in die straat gedaan. Er was geen betere plek om op te groeien. Volgend jaar woont er misschien weer een 5 jarig meisje die van de trapleuning naar beneden glijdt. Ze boft.

S – De overloop van de R. Dat krijg je als je vader uit een goed katholieke familie komt en je onwaarschijnlijk veel ooms, tantes, neefjes en nichtjes hebt met dezelfde achternaam.

T – Collega T. Die haar nieuwe adres en telefoonnummer op een papiertje had geschreven. Dat ik niet had overgeschreven. En het papiertje is weg.

U – Het kantoor waar ik een tijdlang een werkplek huurde. Een middeleeuws pand met niet al te beste isolatie: het was weliswaar lekker koel in de zomer, maar stervenskoud in de winter. En met een wc in een hokje in de tuin (want: Middeleeuwen), hadden we omstebeurt blaasontsteking. Maar wat een sfeer.

V – Vriendin V stond er eerst. Toen kwam de naam van haar man erbij en in de jaren erna krabbelde ik er nog 2 kindernamen achter en onder. Toen verdween de naam van de man, kwam er een nieuwe mannennaam bij en vervolgens weer 2 kindernamen. 

W – Mijn onvolprezen hulp in de huishouding. Hulp in huis was het eerste waar ik geld aan uitgaf toen ik -ooit- een vaste baan kreeg. W leeft niet meer, ze ging als een zwijgzame schoonmaak-tornado door het huis en ik mis haar nog steeds.

X – Een recept voor pompoensoep. Dat is een logische plek.

Y – Jongste heeft de Y volgeplakt met AH voetbalplaatjes. Gelukkig heb ik geen Y vrienden.

Z – De school van de kinderen, met de naam van de contactpersoon van de oudervereniging. Ank bestaat.

Pssstt… Wist je dat we ook een tijdschrift hebben? Neem een abonnement of koop een los nummer om te kijken wat je ervan vindt.

gifgif
Marjolein van Rest
Marjolein van Rest
Marjolein van Rest (47) is journalist en schrijfster, woont in een Vinexwijk en heeft zwarte band karate. Ze wilde vroeger leeuwentemmer worden, tegenwoordig droomt ze van een rol in een Bond-film. Marjolein heeft een vriend en drie puberkinderen.

RECENTE ARTIKELEN