Hoewel het pas herfst is en nog niemand is bevroren, schieten onze pubers al in de Noordpool-stand.
- Ze lopen 24/7 met een te grote wollen muts op hun hoofd.
- Ze dragen een panty onder hun spijkerbroek opdat hun benen niet bevriezen.
- En jouw wollen sokken waarvan ze eerder beweerden: ‘Die zijn zó vorige eeuw, mam.’
- Ze zetten de kachel stiekem twee graden hoger.
- Als je het raam openzet omdat een beetje frisse lucht in de puberkamer geen kwaad kan, vragen ze verstoord of je soms wil dat ze ziek worden.
- Ze klagen dat ze de hele tijd bibberen.
- Ze staan een half uur onder de douche om op te warmen.
- ’s Ochtends vinden ze het veel te koud om op te staan.
- ’s Avonds vinden ze het te koud om naar bed te gaan.
- Ze piepen dat hun jas niet genoeg dons bevat.
- Ze drinken de hele dag thee om de poolwinter door te komen.
- Ze vragen negen keer per dag of er nog een reisje naar Zuid-Afrika in zit.
- Ze dragen drie paar handschoenen om niet vast te vriezen aan hun fietsstuur.
- Ze dragen hun winterjas ook binnen. En slapen erin.
- Ze lopen de hele dag met een kruik onder hun arm.
- Ze richten een altaar op voor de zon, opdat-ie maar snel terug mag komen.
- Ze zitten aan tafel met een wollen deken om hun schouders
- Als je ze niet verstaat, komt dat omdat ze best wel moeten klappertanden.
- Ze willen een houtkachel op hun kamer. En als dat niet kan een vuurkorf.
- Ze kunnen niet eten vanwege de sjaal voor hun mond.
- Ze denken dat hun tenen zijn bevroren en moeten daarom huilen.
- In bed liggen ze onder twee dekbedden en vier dekens.
- Ze vinden dat ze recht hebben op een dikke jas, zo een die Eskimo’s ook hebben.
- Naar buiten gaan is geen optie – wat als ze aan de stoeptegels vastvriezen?
- Ze houden een winterslaap.
Dit stuk staat ook op onze favoriete zusjes-site Tishiergeenhotel
Lees ook: 74 opmerkingen die je puber tot razernij drijven