Mijn puberdochter was depressief en ik had niks door

-

Iris (50) zag haar dochter Marie afglijden in een diep gat waaruit ze niet meer omhoog kon klimmen. “Er waren dagen dat ik haar niet alleen thuis durfde te laten.” 

Marie heet ze, mijn jongste kind van zeventien. Vorig jaar zakte ze ineens ver weg. Ze was prikkelbaar, leek weer volop in de puberteit waarvan ik dacht dat we die nét achter de rug hadden. Ze was hondsmoe, lamlendig en zwaarmoedig. Maar vooral onbereikbaar. We hebben altijd een goede band gehad, maar nu wist ik niet hoe ik bij haar moest komen. Als ik haar naam noemde, keek ze me glazig aan. Ze stuurde me nooit meer zomaar een lief appje. Ze had nergens zin in; wilde alleen maar in bed hangen. En als ik vroeg wat er toch was, kon ze alleen maar huilen. Mijn man nam haar na een paar weken mee naar de huisarts, zo kon het niet langer. Die stelde al snel een diagnose: Marie was depressief. Ik was verrast. Zo’n jong kind, depressief, hoe had dat kunnen gebeuren? Hoe had ik het kunnen missen?

Tot ze een jaar of dertien was, was Marie een leukerd. Op alle jeugdfoto’s staat ze lachend en geitend, het was altijd keet met haar in de buurt. Een kind om van te houden. Een kind dat gepassioneerd lief kan hebben, heel prachtig. Explosief ook, extreem in haar emoties. Ze wilde alles uitproberen. Als peuter likte ze eens aan een auto en at een stuk zeep – gewoon om te weten hoe het smaakte. Een druktemaker, vooral verbaal. We vermoedden al vroeg dat Marie adhd had, maar vonden het niet nodig dat nader te onderzoeken. Ze deed het uitstekend op school en was geliefd. Ze las veel en kon dan een tijdlang in de ban zijn van het verhaal. Als een vriendinnetje ruzie had, ging ze mee in die strijd.

In het tweede jaar van de brugklas ging het mis. Eigenlijk is toen de ellende begonnen. Marie misdroeg zich in de klas, smeet een flesje Typex door de klas terwijl het dopje er niet goed opzat. Ze haalde slechte cijfers, spijbelde, kon zich niet concentreren. Ze werd van school gestuurd en moest naar het vmbo. Het was een drama dat ze naar een andere scholengemeenschap moest, weg van haar hechte vriendinnenclub. Ze huilde wekenlang, kon niet wennen op de nieuwe school, de kinderen waren er zo anders. Ik vond het zielig, vooral omdat ze inmiddels inzag dat ze het allemaal zelf had veroorzaakt.

Een psychiater stelde vast dat ze inderdaad adhd had en schreef haar ritalin voor. Daarna kon ze zich beter concentreren, maar Marie klaagde dat ze somber werd van het medicijn. Had ik toen maar stappen ondernomen, maar ik liet het gaan. Ik dacht: ze raakt er wel aan gewend. En ik omarmde de uitstekende cijfers die ze weer haalde. Marie haalde haar vmbo-diploma en stroomde door naar de havo. Ze was blij, maar nooit meer zo blij als vroeger. Eigenlijk leek het net of alles aan haar gedempt was.

Vorig jaar lente ging het hard. Op school spijbelde ze veel, maar wist ze zich nog redelijk staande te houden. Ze ging ook gewoon over van havo 4 naar 5. Heel knap denk ik achteraf. Thuis gedroeg ze zich zeer onaangenaam. Ze klaagde dat ze zoveel geluiden hoorde in haar hoofd en dat ze eigenlijk helemaal geen geluid kon verdragen. Ze ruimde haar kamer niet op, smeet haar kleren van zich af, vond het eten niet lekker, wilde de hond niet uitlaten. Ze was somber en verdrietig, dag in, dag uit. Maar bovenal was ze moe. Als ze thuiskwam legde haar hoofd op de tafel omdat het zo zwaar en vol voelde.

En zo gleed ze langzaam steeds verder van me weg. Er waren dagen dat ik bang was naar mijn werk te vertrekken. Ik vroeg of ze weleens dacht dat zelfdoding een oplossing zou zijn. Dat wuifde ze weg, wij konden geen gesprek meer met elkaar voeren. Doodeng was het. Zielig ook, ik zag het geworstel en het grote verdriet, maar kon niets voor haar betekenen. Hoe harder ik het probeerde, hoe harder zij mij wegduwde. Het was om gek van te worden.

Na de huisarts die een depressie constateerde, kwam de psycholoog. Gelukkig klikte het tussen Marie en haar. Ze kreeg cognitieve gedragstherapie, een natuurlijk slaapmiddel en mocht beslist niet meer blowen. Als ze thuiskwam van een sessie, kon ze geen pap meer zeggen. Mijn man en ik hoorden van Marie niet wat er werd besproken. Dat was prima, ze kon zoveel ruimte krijgen als nodig was. Het enige wat ze er ooit over zei, was dat de psycholoog had gezegd dat ze beter zou worden. Dat het écht weer goed zou komen. Ze was zo opgelucht. Daar heb ik erg om moeten huilen, ze moet heel bang zijn geweest.

Heel langzaam, eigenlijk pas sinds een paar weken, zie ik verbetering. Soms zie ik weer die stralende lach. Ze krijgt meer energie en doet weer wat liever tegen ons, vraagt bijvoorbeeld ineens of ze iets voor me kan doen. Ze staat kwieker op en stelt voor te gaan koffiedrinken in de stad of een tv-avondje te organiseren. Gisteren kreeg ik een appje: ‘Leuke avond hadden we gister hè? Ik hou van jou.

Stukje bij beetje zie ik mijn oude Marietje terugkomen. Een grote opluchting. Ik ben nog wel bang dat ze niet helemaal ongehavend uit de strijd zal komen. Daarom ben ik blij dat er meer onderzoek komt naar depressies bij tieners en jonge vrouwen. Het zou mij erg geholpen hebben als het niet zo’n taboe zou zijn geweest. Een paar maanden geleden vertelde ik een kennis  wat ik ongeveer meemaakte met mijn dochter. Zij reageerde afstandelijk: ‘Oh, ik zou niet weten wat ik zou moeten doen, zwaarmoedigheid komt bij ons in het gezin niet voor.’

Ik had moeten beseffen dat Marie depressief zou kunnen raken: een puberend, overgevoelig meisje met adhd dat weleens blowde. Ik zag een mooie, jonge meid met veel vriendinnen en een gelukkig leven. Toen het slecht ging dacht ik aan oververmoeidheid. Ik vermoed dat ik zó dicht bij mijn kind stond, dat ik simpelweg het overzicht niet had om adequaat te reageren. Laten we daarom veel onderzoeken en er met zijn allen over praten en schrijven. Het is een zaak van levensbelang.

Pssstt… Wist je dat we ook een tijdschrift hebben? Neem een abonnement of koop een los nummer om te kijken wat je ervan vindt.

gifgif
Monica Oliveira
Monica Oliveira
Monica Oliviera interviewt vrouwen voor Saar Magazine. Ze is 51, getrouwd en woont in Twente. Haar drie kinderen zijn min of meer de deur uit - behalve rond etenstijd.

RECENTE ARTIKELEN