Ik hou zoveel van dieren dat ik zelfs met koeien praat

-

Hondenvelden, lammetjes, kippen: het maakt Wies niet uit, ze is dol op alle dieren. Haar liefde is zo groot, dat ze eigenlijk het liefst op een kinderboerderij zou wonen.

LEES OOK: Deze dieren interesseert het allemaal geen mallemoer

Het is bijna niet uit te leggen hoeveel ik van dieren hou. Het liefst zou ik op een kinderboerderij wonen met een paar kippen, geiten, varkens, een hond en twee katten. Ik zie het helemaal voor me. Hopelijk komt het er ooit nog eens van. Nu geniet ik hier en daar van dieren van anderen. Als ik wandel kan ik urenlang kijken naar lammetjes in de wei. Ik sta zelfs tegen koeien te praten en de slappe lach krijgen van kippen. Als ik me rot voel helpt een bezoekje aan het hondenveldje in het park altijd. Niks leukers dan kijken naar spelende honden. Ik hoef maar een klein friemelhondje te zien dat bezig is een groot bakbeest uit te dagen of ik vergeet alles om me heen. Ik smelt van een hondje dat alles op alles zet om een veel te grote tak in zijn bek te proppen. Net als op een schoolplein heb je ook honden die vriendschap sluiten op het veld. Je ziet dat ze elkaar direct opzoeken en door het dolle heen zijn. Nou, mij kan je niet gelukkiger maken.

Zelf zou ik ook graag een hond willen, maar ik heb geen tuin, woon midden in de stad en kan het moeilijk combineren met mijn werk. Dus dat zit er niet in.  Soms vraag ik me af of ik een hond überhaupt wel aankan. Mijn hart loopt over als ik een vragende hondenkop zie. Ik vind het al snel zo zielig. Daarom was ik ook niet echt een goede kattenmoeder. Mies mocht alles van mij (op eten na, daar was ik heel streng in). Als ze op tafel wilde zitten en dat niet mocht van Paul, had ik meteen medelijden. Ik weet het, het is niet normaal. Films met dieren kan ik alleen zien als er niks ergs gebeurt. Vorige week zag ik de film Truman waarin een terminale patiënt op zoek gaat naar een nieuw baasje voor zijn hond. Het was bijna niet te harden. Vlak voordat de man doodging droeg hij de hond over aan een vriend. Een half uur na afloop zat ik nog te huilen.

Ik weet eigenlijk niet waar ik verdrietiger om was, om die man of die hond.  Meestal is dat meteen duidelijk. Als ik op tv een paard met ruiter zie vallen, dan vind ik dat heel erg voor het paard, niet voor de ruiter. Die zie ik niet eens. Ik heb een slaapshirt met de tekst: I don’t care who dies in a movie as long as the dog lives. Ik zou het zelf verzonnen kunnen hebben. Nu zou je denken: wanneer je zo begaan met met dieren als ik, dat je ook veganist bent. En dat is gek genoeg niet zo. Ik ben tegen de bio-industrie, ik eet bijna nooit vlees en wil een muis liever levend dan dood vangen, maar verder gaat het niet. Ik heb spullen van leer en ik eet vis- en zuivelproducten. Vanochtend las ik een artikel over een Engelse Dierenactivist die oprecht vindt dat een kakkerlak evenveel rechten heeft als een hond. Ongedierte is voor haar een woord dat bijna net zo erg is als discriminatie. Mieren en muggen sla je niet dood. Het zijn insecten die ook angst en pijn voelen. Heel diep in mijn hart snap ik wat zij bedoelt, maar jeetjemineetje wat ik blij dat het bij mij niet zo ver gaat. Ik zou geen leven meer hebben.

LEES OOK Wies wordt maar niet volwassen – 11 bewijzen

gifgif
Wies Verbeek
Wies Verbeek
Ik woon samen in Amsterdam met de allerleukste Rotterdammer: Paul. Kinderen hebben we niet, wel kat Teddy waar ik verliefd op ben. Ik ben in de vijftig maar ik denk telkens dat ik 31 ben. Van de achterkant zou ik ook zomaar voor een dertiger kunnen doorgaan. Van voren lukt dat niet. Zo zonde die rimpels, want verder is een vijftiger zijn eigenlijk best leuk. Ik ga uit met vriendinnen, geef etentjes bij mij thuis, hang graag rond in de Zara en ik sport veel. Maar van alle dingen die ik doe, vind ik borrelen verreweg de leukste bezigheid die er bestaat.

RECENTE ARTIKELEN