Ik ben het grijze muisje met de ongewassen haartjes

-

Als Els een oude schoolfoto ziet, wordt ze in één klap weer de zevenjarige die uren kon staren naar het mooiste meisje van de klas. 

Op Facebook verschijnt een berichtje van Margret. Ze heeft een klassenfoto opgeduikeld. We zitten in de tweede klas van de St. Plechelmus-School in Hengelo bij juffrouw Lotgerink. Margret is het derde meisje rechts vooraan. De foto is in zwart-wit, maar ik weet nog goed dat ze een hagelwit truitje draagt onder een lichtblauw vestje. Haar haren zijn prachtig gekamd en ze kijkt een beetje beteuterd. Alsof ze net een standje van de fotograaf heeft gekregen. Dat kan haast niet, want Margret was nooit lastig. Ik herinner me haar als lief en vrolijk en populair. Ik kon uren naar haar staren omdat ze zo mooi was. Zo schoon ook. Alsof ze elke dag in een schuimbad werd gedompeld.

LEES OOK Toen was een groot gezin nog heel gewoon 

Ik ben het timide meisje tweede van rechts in de middelste rij. De handen van Robbie liggen op mijn schouders. Robbie was een leukerd. Ik zit op mijn knieën naast Loesje, de beste vriendin van Margret. Loesje woonde tegenover mij in de straat en was enig kind. Bij haar thuis stond altijd koffie te pruttelen. En haar moeder was ontzettend lief. Nooit boos, gehaast of driftig zoals de mijne. Loesje had net zulke mooie kleren als Margret. Op de foto draagt ze een wit coltruitje met korte mouwen. Ze kijkt ook al zo ernstig. Ik denk dat de fotograaf niet erg aardig was. De snuitjes van alle zevenjarigen staan op standje serieus.

Ik was niet bevriend met Margret en Loesje. Niet dat ze onaardig tegen me waren, maar ze waren zo anders dan ik. Ik had geen witte kniekousen, geen lakschoentjes en als ik al eens in bad ging, moest ik samen met mijn broertjes. Die plaagden me dan zo dat ik binnen drie seconden weer naast de badkuip stond. Ik herinner me niet dat mijn haren ooit werden gewassen. En mijn kleren zagen ook niet vaak een sopje. Een keer wees het hoofd van de school naar een vlek op mijn trui en fluisterde: “Je moet eens aan je moeder vragen of ze je trui wil wassen.” Ik werd helemaal warm van verlegenheid en schaamte. Ik voel het nog als ik eraan terugdenk.

Ik kwam van een andere planeet. Als Margret en Loesje naar me keken, kroop ik het liefst in een hoekje. Zij waren sterren aan de hemel, ik het grijze muisje. Een keer vroeg Margret of ik op haar verjaardagsfeestje wilde komen. Mijn hart maakte een sprongetje, maar ik ging niet. Ik durfde mijn moeder niet om geld voor een cadeautje te vragen. Niet dat we arm waren, helemaal niet, maar mama was krankzinnig zuinig. Dat klinkt allemaal heel zielig, maar zo voelde dat indertijd niet. Als kind accepteer je gewoon dat het is zoals het is.

Ik tik een berichtje terug naar Margret. Op haar profielfoto zie ik dat ze nog steeds zo mooi is. Een lachende vrouw met schitterende, donkere ogen. ‘Als ik weer eens in Hengelo ben, wil ik je heel graag zien’, schrijf ik. ‘We hebben een heel leven bij te praten.’ Ze schrijft onmiddellijk terug: ‘Lijkt me geweldig.’ Wat zal dat bijzonder zijn, Margret en Els, vijftig jaar later. Geen sterren of grijze muisjes, gewoon twee vrouwen die het leven hebben geleefd. En nog altijd overeind staan.

LEES OOK Miriam heeft sjans en wordt daar erg vrolijk van 

 

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN