Hoe Maartje zich overgeeft aan het betere hokjesdenken

-

Ontzuiling of niet: iedereen past in een groep mensen met hetzelfde uiterlijk en dezelfde eigenschappen. Lekker overzichtelijk, vindt Maartje. 

Vroeger waren mensen netjes onderverdeeld in categorieën: je was katholiek of protestant, arbeider of elite. In mijn dorp zaten de arbeiderskinderen op voetbal, en iedereen die zichzelf “meer” vond, op hockey. Van die eerste groep ging vrijwel iedereen naar de huishoudschool of de LTS. Zo ging het, en iedereen accepteerde het zoals het was. De ene groep las het TrosKompas, de andere de VARAgids. De VPRO Gids was voor stadse mensen.

In de tachtiger jaren, toen de zuilen al flink aan het afbrokkelen waren, ging het hokjesdenken vrolijk verder op de middelbare school: iedereen werd keurig onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: kak, ordi en alto. Kakjongens drogen polo’s van Lacoste en felgekeurde sjaals nonchalant om hun nek gedrapeerd, ordi’s hadden een nekmat en propten hun sweater in hun Edwin-spijkerbroek, alto’s droegen kleren met gaten, veel zwart en legertassen met heel veel buttons. Allemaal keurige uniformen die aanduidden waar je stond, waar je bij hoorde en juist niet. Als alto was het voor mij ondenkbaar om me met een kakker of een ordi in te laten. Zij vonden mij en mijn vriendinnen stinken en riepen ons na: hé, hier heb je een gulden, kun je een nieuwe broek kopen!

Gelukkig ligt de verzuiling achter ons. Maar hoe open minded en werelds we ook allemaal zijn geworden, de drang om mensen in te delen zit dieper dan onze beschaafde buitenkant. Ik geef ruiterlijk doe dat ik het nog steeds doe, vooral – net als vroeger dus – op het schoolplein.

Er zijn wat variaties opgetreden in de categorieën, maar eigenlijk is er niet veel veranderd. Kak is nog steeds kak: het Lacoste-poloshirt heeft niet aan populariteit ingeboet, al zijn die lelijke sjaals gelukkig  van het kaktoneel verdwenen. Wat vroeger de ordi’s waren, zijn nu de scooterrijders: ouders die hun kids op de scooter naar school brengen, terwijl ze driehonderd meter verderop wonen. Deze groep heeft een flinke overlap met  de PC Hooft-tractorrijders: veel spijkerbroeken met afgesleten stukken, sieraden en vooral veel merken. Strak in de make-up, ook ‘s ochtends om half negen. En dan hebben we natuurlijk de in mijn buurt oververtegenwoordigde King Louie-vrouw, met haar guitige retro rokken. Haar man draagt nog steeds cowboylaarzen en samen rijden ze een oude Volvo of Mercedes, liefst in een lekker gek kleurtje. “Jongens, de Parade is al voorbij,” wil ik ze na roepen, maar ik houd me in, want ja, die beschaving hè.

Mijn oudste zoon zit in de eerste klas van de middelbare school, en ik heb nog niet helemaal door hoe het zit met de types en de groepjes van zijn generatie. Hij en zijn vrienden dragen allemaal dezelfde sportkleding van dezelfde merken, met hetzelfde korte kapsel. Hij heeft het over nerds, daar moet je in ieder geval niet bij horen. Kleding van de H&M is skeer, oftewel armoedig, en ook dat is niet goed. In het algemeen zie ik weinig eigenheid, weinig creativiteit, maar dat zal ongetwijfeld aan mij liggen. Voor typeringen en categorieën van mijn generatie heeft hij op zijn beurt ook een blinde vlek.

Hij gaat thuis eten bij een nieuw vriendje. “Hoe was het?” vraag ik. “Oh gezellig.” “Zijn zijn ouders aardig?” “Ja hoor, best.” En omdat ik toch wil weten bij “wat voor mensen” mijn zoon over de vloer komt, dring ik aan: “Wat voor types zijn het?” “Oh, gewoon”, antwoordt hij nonchalant, “oud.”

Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

gifgif
Maartje Oome
Maartje Oome
Maartje Oome is 46, woont in Amsterdam, is getrouwd met Sibo en moeder van twee zoons die thuis wonen. Ze werkt op de Zuidas als zelfstandig communicatieadviseur en tekstschrijver. Bovenaan haar bucket list staat een bezoek aan Dollywood.

RECENTE ARTIKELEN