Hoe ik in een sekte belandde (deel 1)

-

Liesbeth meldde zich ooit aan voor iets dat een soort cursus time-management leek te zijn, maar uiteindelijk gewoon een sekte bleek. Ze kan nog steeds boos worden om wat ze daar vervolgens allemaal hoorde –en zag. En ook vrolijk, want het was achteraf van een behoorlijke malligheid.

Lees ook: Saartjes, verenigt u. Samen de strijd aan tegen de kilo’s

Hoe dat gaat: een vriendin nodigde me uit om bij haar thuis eens te komen luisteren naar een introductie van iets dat leek te gaan over time-management. En over geluk, ofzo, dat wist ze zelf ook niet helemaal precies, maar dat zou ik dan wel horen. Het was helemaal vrijblijvend, een leuke vriend van haar die ik ook kende (en die later nog een tijdje mijn vriendje zou worden) gaf het, en verder konden we gewoon gezellig kletsen en koffie drinken.
Zo geschiedde, dus vond ik mezelf terug op de vloer van haar huis terwijl vriend H. vertelde over wat hij onlangs allemaal had ontdekt. En ik moet zeggen: dat klonk goed. Al kan ik tot op de dag van vandaag niet precies navertellen wát dan precies, en dat was dan ook de hele truc. Maar het ging, geloof ik, over verantwoordelijkheid nemen voor jezelf, eerlijk zijn, jezelf niet kleiner maken en anderen ook niet, en eigenlijk gewoon het leven gaan leiden dat je altijd al wilde. En daar was dus een vrij populaire methode voor, die je in drie dagen kon leren. In een zaaltje in Amsterdam. Kosten: 495 euro. Dat was ook toen al een hoop geld.

Maar ach, ik zat niet zo lekker in mijn vel, het klonk goed en het was ook niet de eerste de beste die dit verhaal vertelde, dus schreef ik me in bij H. Als hij er zoveel aan gehad had, zou het wel goed zijn, toch? En dat wás eigenlijk echt wel een opgewekt besluit, want dit klonk als overzichtelijk, en niet te psychologisch maar lekker praktisch. Dus meldde ik me een paar weken later in Amsterdam, waar ik in een zaal plaatsnam waar zeker 300 mensen zaten in een soort conferentie-opstelling tegenover een podium. En op dat podium stond een spreekgestoelte, een microfoon en een streng uitziende vrouw met een bril. Die overigens Engels sprak, om het allemaal nog even wat makkelijker te maken. De regels: geen aantekeningen maken, geen filmopnames, alleen in de pauze naar de wc, en wie tussendoor de zaal uitliep, was gestopt. Waar overigens tientallen vrijwilligers van de organisatie klaarstonden om je van gedachten te doen veranderen, maar toch: wie er eenmaal echt uitliep was niet meer welkom. En ja, daar hadden we voor getekend. We hadden na de inschrijving immers post gehad thuis, met daarin onder andere de vraag of we medicijnen slikten, of een depressieverleden hadden. Nou, en daarmee tekende je dus meteen ook voor de huisregels, duidelijk zat leek hen.

Natuurlijk had ik toen mijn bedenkingen. Maar er zaten zó veel medecursisten om me heen, goed gekleed, van alle leeftijden, hier en daar zag ik zelfs een vage bekende, sommige mensen waren dolenthousiast omdat ze dit al eerder hadden gedaan en dus wisten wat er ging komen, dat ik dacht: ze zijn vast niet allemaal gek. En dus bleef ik zitten. Drie dagen lang, die begonnen om 9 uur ’s ochtends en tot 12 uur ’s avonds duurden. Er was alleen persoonlijke tijd om thuis te gaan slapen (de meesten hadden een logeerplek geregeld, net als ik), snel iets te eten en weer te gaan zitten. Achterin de zaal stonden tafels met waterkannen, waar je heen kon lopen als je dorst had. Verder was het just us, the hype, and the lady on the stage.

Dat mens mocht ik meteen niet. Ik vond haar gevoelloos en hard, en er vreemd uitzien bovendien. Bovendien begreep ik haar vaak niet, omdat ze dus Engels sprak maar daarbij woorden gebruikte die ik nog nooit had gehoord. Terwijl ik op dat moment bij een Amerikaanse hoogleraar afstudeerde –in het Engels, dus daar lag het niet aan. Wel aan woorden als enrollment (wasda?) of unpredictable breakthroughs (geen idee) of rackets (nee, niet om mee te tennissen dus, zo bleek). En die onduidelijke taal werkte als een soort roes, omdat de meeste mensen wél leken te begrijpen waar tante heks op het podium het over had. En die dus enthousiast in de lach schoten, of begripvol knikten zo van jaja, het is me wat met ons mensen. Of gewoon emotioneel werden, en plots het podium opstapten omdat ze een ‘racket’ hadden ontdekt bij zichzelf en daar NU en HIER korte metten mee gingen maken. Via de microfoon, in die volle zaal.

Drie dagen lang ging alles in die zaal bijna volcontinu over die rackets. Levensklachten als het ware, overtuigingen die je jezelf had aangepraat en waar je je openlijk van moest bevrijden om gelukkig en vrij te kunnen zijn, en het leven te gaan leiden dat echt bij je paste. En alles kon een racket zijn, echt alles dat je kunt bedenken: van een incestverleden tot HIV, van al tien jaar geen contact meer met je zus tot je man die je al jaren bedroog met een ander. Waar het om ging was: neem verantwoordelijkheid voor wat je is overkomen en zie wat je zélf aan deze situatie hebt bijgedragen. En voor dat laatste gingen we dus sorry zeggen. In de pauze, via onze mobiele telefoons, werd dan ook volop gebeld. Met verbroken liefdesrelaties, vaders met radiostiltes, doodgezwegen zusters en bedriegende echtgenoten. Mensen die, jarenlang misschien wel, een wijzende vinger van ons op zich hadden gekregen en ons overstuur hadden gemaakt en nu ineens, uit het niets, ‘sorry’ te horen kregen. En ook: ‘Ik wil dat je weet dat ik je vergeef, en dat ik je ‘wrong’ heb gemaakt, maakt mij ook niet gelukkig.’ Gesprekken die daarna dus weer op het podium werden gedeeld, onder begeleiding van heel veel applaus en aanmoediging. Ik zal nooit meer vergeten dat een man zijn BAAS had gebeld, op zaterdagochtend, onaangekondigd, met de woorden: “Ik heb je altijd als een enorme lul gezien en dat wist je niet, maar ik doe een cursus en ik begrijp nu dat ik dat zelf deed, en het niet over jou ging. Daar wil ik mijn verontschuldigingen voor aanbieden. Dus sorry.” Waarna applaus volgde. Van ons, de medebellers.

Maar ik zal je zeggen: het hád ook iets. Het had gewoon iets, iets ontroerends en bevrijdends, vooral omdat we met zoveel waren en iedereen zo eerlijk leek. En het duurde een dag, maar toen besloot ook ik eindelijk de telefoon te pakken. En te gaan bellen, met mensen in mijn leven waar ik nog wat mee uit te praten had. En dat zou ik zo weer doen (al liet ik mijn werk erbuiten, ja hallo) want het klaarde de lucht écht en ik voelde me trots en opgelucht na afloop.
Maar dát was dan wel een mooi aspect, ik had op dat moment nog geen enkel besef van in wat voor soort situatie ik me precies begeven had. En ondertussen bleef ik wel zitten, samen met 300 anderen.

Volgende keer deel 2: er begint iemand in de zaal verward te gillen. En die wordt snel weggevoerd….

 

Lees ook: Saartjes, verenigt u. Samen de strijd aan tegen de kilo’s

gifgif

RECENTE ARTIKELEN