Geen cent te makken, toch geweldig gekleed: 12 tips

-

Juliette heeft meer smaak dan geld. En het talent goedkope kleren er duur uit te laten zien. En dan is ze ook nog zo aardig haar geheimen te delen, hoe fijn is dat.

LEES OOK: Kijk, mijn man en ik in matching outfits

  • Om te beginnen zeg ik NIET: ‘Investeer elk seizoen in een paar mooie, dure stukken die lang meegaan.’ Niet omdat dat fout is – er zit heus iets in – maar ik ga er nu even vanuit dat je portemonnee te leeg is voor die mooie dure stukken die lang meegaan. Je wilt mooie goedkope stukken die lang meegaan.
  • Om te zorgen dat ze meer dan een mode lang meegaan, zeg ik wel: weet wat je stijl is. Vraag je af wie je wilt zijn? Een tomboy? Een chique Parisienne? Een fris hockeymeisje? Jackie Kennedy? Een Ibiza-nonchalant ouder meisje? Een rockchick? De buurvrouw? Of twee of drie van die vrouwen? Als je jezelf leert kijken door de ogen van ‘jouw’ type, dan winkel je gerichter en kun je in een zee van dingen precies zien wat bij jou past. Zo houd ik bijvoorbeeld van retromode, en dan zie ik plots dat die ene broche van de Hema er op mijn jarenvijftigjurk ineens ontzettend authentiek uitziet. Op een gewone sweater is het niks, op die jurk wérkt-ie.
  • Nog één vraag voor je gaat shoppen: weet je wat je staat? Daarbij ben je in het voordeel als je 50-plus bent: je hebt genoeg miskopen versleten om te weten wat je níét moet kopen. Houd je daar ook aan. Ik weet bijvoorbeeld dat kleren met hoge ronde hals mij met m’n cup 85H op een tank doen lijken – ik heb het liefst een diepe vierkante of V-hals. Dus hoe schattig dat vestje ook is: met een rode hals komt het er niet in. Ik zie er goed uit in frambozenrood en doodziek in oranjerood. Ik ben dol op plooirokken, maar plooirokken niet op mij. Van die dingen.
  • Voel je niet te goed om een Van Haren, C&A, Primark, M&S of Zeeman binnen te lopen. Ze verkopen ongelooflijk veel dingen die je niet wilt, maar jij kunt inmiddels goed zoeken: achterin dat rek met foute truien hangt dat ene klassieke truitje dat zo mooi bij je kokerrok of spijkerbroek staat. Als ze maar in je stijl passen, ziet ineens niemand dat je ze daar vandaan hebt. Zie punt 2 en 3.
  • Er is één reden waarom je je wél te goed mag vinden voor die winkels, en dat is omdat je geen zin hebt in kleren waarvan de kans bestaat dat ze door kinderhandjes gemaakt zijn. Neem dan (en anders ook) je toevlucht tot kringloopwinkels en tweedehands winkels. Hergebruik is goed voor het milieu, bovendien. En je vindt er nogal eens iets wat je nergens anders ziet.
  • Haal thuis direct de confectieknopen van dat jasje of vestje en koop in de fourniturenwinkel een stel echt mooie knopen. Voor weinig geld ziet je er meteen drie keer zo duur uit.
  • Vind je een vest, blouse of trui in de goede kleur, maar is het te wijd of vormeloos? Koop anderhalve meter satijnen of fluwelen lint, knip het in tweeën en zet de twee linten vast in of op de zijnaden ter hoogte van je taille. Strik ze op je rug. Voilà, een perfect getailleerd vestje. En nee, dat is niet moeilijk. Ik heb zelf twee linkerhanden, ik naai nooit zelf want ik doe drie weken over een rimpelrokje met elastiek in de taille, maar dit kan iedereen.
  • Je begrijpt inmiddels: de fourniturenwinkel is je beste vriend. Koop er kraaltjes om langs de boorden van je trui te stikken terwijl je met één oog zit te Netflixen. Of een applicatie die je zo op de rug van je spijkerjasje strijkt, of op een stoffen tas. Alles kun je opleuken.
  • Alles kan je ook afleuken. In goedkope winkels hangen vaak kleren met te veel toeters en bellen: een leuk biesje én een opgestikt gouden kettinkje én een bloemapplicatie. Tip: kijk daardoorheen en haal thuis een toeter en een bel weg.
  • Speld een broche op een wollen baret.
  • Of op je tas.
  • En waarom niet op je schoenen? Alsof schoenen heilig zijn, zeg. Verf ze in jouw kleur. Teken er met een stift stippen op. Of strepen. Of bloemetjes.

Pssstt… Wist je dat we ook een tijdschrift hebben? Neem een abonnement of koop een los nummer om te kijken wat je ervan vindt.

gifgif
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout
Juliette Berkhout (55) is laatbloeier van beroep. Ze kreeg haar eerste vriendje pas ná de middelbare school, begon pas na haar studie voorzichtig te schrijven en werd pas echt gelukkig toen ze twee weken voor haar veertigste verjaardag haar tweede man ontmoette. Heeft nu dus haast om de rest van het leven zo veel mogelijk te omarmen. Motto: het leven is te kort voor vieze diëten, de sportschool en saaie jurkjes.

RECENTE ARTIKELEN