Dat zal hem leren: zo pak ik bumperklevers aan

-

Edith haat bumperklevers. Van die zielige mannetjes die als debielen met hun koplampen seinen. En daarom zwaait ze tegenwoordig met haar … nou ja, lees maar even. 

Ik wil een sticker. En die heel groot op de achterruit van mijn auto plakken. Bumperklevers hebben een kleine moet er vet op komen te staan. Het zijn namelijk altijd van die mannetjes die op je bumper zitten en zelfs het gore lef hebben met de koplampen te gaan seinen als het ze allemaal niet snel genoeg gaat. Het gekke is dat wanneer ik in Frankrijk en België op de weg zit, zelden last heb van bumperklevers. Ze zijn daar klaarblijkelijk veel relaxter of niet zo lomp en macho. Maar zodra ik de Nederlandse of Duitse grens overga, begint het gelazer. Ben ik net bezig met een keurige inhaalmanoeuvre op de linkerrijstrook en houd ik me aan de maximum snelheid omdat ik me geen boete kan veroorloven, komt er weer zo’n eikel aan. Meestal in zo’n poenerige auto die het uitschreeuwt dat boetes  hem worst zullen wezen.

In het verleden heb ik geprotesteerd. Een klein tikje op de rem bijvoorbeeld, waardoor mijn remlichten even opgloeien en de achterliggende klever zich kapot schrikt. Maar dat is gevaarlijk. Niet eens zozeer omdat er het risico bestaat dat hij op mijn bumper knalt (met bijkomend voordeel dat je de schade op hem kunt verhalen), maar vanwege de bumperklever zelf. Ik ben er jaren geleden mee opgehouden nadat ik het trucje uithaalde met een Porsche die op mijn bumper zat. Tot mijn grote schrik dreef de wagen mij de berm van de A1 in waar ik tot stilstand kwam en met knikkende knieën constateerde dat ik klem was gereden. Ik zag het portier van de Porsche opengaan en stond doodsangsten uit. Een eindje verderop, bij een brug, zag ik ineens politie op de vluchtstrook staan. De Porsche-meneer zag ze gelukkig ook en ging er vandoor.

Met de middelvinger ben ik  gestopt toen in de stad mannetjes om die reden uit hun auto stapten om me voor hoer uit te schelden en mij allerlei ziekten toe te wensen. Mijn protest bestaat er nu nog uit dat ik me niet meer laat opfokken. Tenminste, dat het lijkt alsof ik me niet laat opfokken. Het kost me veel zelfbeheersing, maar kleeft een bumper me aan, dan schep ik er genoegen in tergend langzaam de rechter rijstrook weer op te zoeken en kijk ik hem heel nadrukkelijk aan als hij voorbijkomt. En dan zie ik hem zitten met zijn opgepompte ego in zijn eigen autokoninkrijkje – gladgeschoren, haar strak in de gel of juist stylish artistiek, kin arrogant naar voren gestoken.

En dan denk ik dat hij wel een heel kleintje zal hebben.

Zo’n kleintje ter grootte van je pink. Dus als zo’n mannetje tegenwoordig voorbijkomt, grijns ik hem toe en wuif ik met mijn pink. Geen idee of het wordt begrepen, en misschien is het verstandiger dat zo te laten, maar ik kan het iedereen aanraden. Het voelt immens lekker.

Lees ook 9 redenen waarom ik zo blij ben met mijn hond 

gifgif
Redactie
Redactie
De redactie van Saar bestaat uit een heel professioneel en toch gezellige groep van vrouwen rond de 50 & 60, plus een paar superleuke meiden van rond de 30 die wel alles weten van de nieuwste trends, techniek & social (en trouwens zo langzamerhand ook (bijna) alles van 50+ zijn).

RECENTE ARTIKELEN