De zoon van Marjolein is net begonnen met studeren. Heel leuk! Maar op zo’n universiteit, 25 jaar nadat ze daar zelf rondliep, komen er rare gedachten.
- Wat zijn ze enorm!
- En zo fris.
- Ze ruiken zelfs lekker.
- Niet naar bier of zo.
- Maar ze zijn net uit de luiers!
- Beetje jammer van die baarden.
- Dat zag je vroeger echt niet.
- Ja, die ene docent had er een.
- En een pijp en tweedjasje.
- Vroeger, man man, wat klinkt dat oud.
- Ik liep hier gisteren toch nog?
- Met een kater.
- En een plastic tasje met mijn readers, een schrift en een pen.
- Ze hebben nu dure rugzakken.
- En betere laptops dan die ik nu heb.
- Zouden ze nog wel weten hoe ze aantekeningen moeten maken, of nemen ze de colleges op?
- Lijkt me ook niet leuk voor de docenten, al die opengeklapte laptops voor je neus.
- Weet jij veel, zitten ze gewoon te youtuben.
- Nou ja, ik deed vroeger ook alsof ik in mijn boek keek.
- Maar had dan mijn ogen dicht.
- Even een dutje doen.
- Leuke studies trouwens, met lange namen.
- Moleculaire levenswetenschappen.
- Iets met moleculen en nanotechnologie.
- Zoon snapt precies waar de docent het over heeft.
- Kinderen erven intelligentie van hun moeder, las ik laatst.
- De docent spreekt trouwens afschuwelijk steenkolenengels.
- Waarom eigenlijk, iedereen hier is Nederlands.
- Aerospace Engineering. Ook leuk.
- Vliegtuigjes bouwen.
- Zoon heeft een wiskundeknobbel.
- Ik een wiskundedeuk.
- Best veel leuke meisjes hier.
- En heel slim natuurlijk.
- Wat hebben die kinderen trouwens nette kleren aan! Schoon en gestreken.
- Wonen ze nog thuis?
- Kan me niet herinneren dat ik ooit iets streek.
- Of dat ik geld had voor mooie kleren.
- Hé, er is hier zelfs een Starbucks.
- Waar betalen ze dat van?
- Dubbele latte makka frappa chocciekoffie à € 7,50.
- Ben je zo door je aanvullende leen-beurs heen.
- Kan je met je studenten-OV weer naar huis.
- Voorraadkast leeghalen.
- Ah, de studieverenigingen.
- Ze organiseren congressen, studiereizen, allemaal verstandige dingen.
- Gelukkig ook gezellige avondjes.
- Gaan ze integreren.
- Deden wij vroeger ook, vrienden maken is dat.
- O nee, wiskundig integreren.
- Samen sommen maken.
- Met een biertje erbij, dat dan weer wel.
- Spannend hoor, zo’n nieuwe stap.
- De wereld aan je voeten.
- Alles is nog mogelijk.
- Geen kinderen om voor te zorgen.
- En je ouders op afstand.
- Ga maar niet naar Groningen, zoon.
- Dat is zo ver weg.
- Dan gaat je moeder je zo missen.
Lees ook: Waarom ik niet tegen Sylvie Meis kan